Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ROODKAPJE148

Een sprookje (boek), 1912

Hoofdtekst

Roodkapje
Er was eens een allerliefst klein meisje. Dat meisje had geen vader meer, maar wel een moeder en een grootmoeder. En die hielden allebei heel veel van het lieve kind. Grootmoeder was dol op haar kleindochtertje en om haar een genoegen te doen, maakte ze eens voor haar een alleraardigst kapje van rood fluweel. Wat stond dat het kleine meisje goed! En 't is dan ook geen wonder, dat ze het alle dagen droeg. En omdat de menschen haar altijd met dat roode kapje zagen, noemden ze haar Roodkapje.
Grootmoeder woonde een half uurtje van het huisje, waar Roodkapje en haar moeder woonden. Roodkapje ging daar graag heen, want het huisje van haar grootmoeder zag er o, zoo vriendelijk uit en stond midden in een groot bosch.
Op zekeren dag zei haar moeder: "Kind, je moest eens naar grootmoeder gaan; die is ziek en ligt zoo alleen. Ga eens hooren, hoe 't met haar is. Hier is een mandje; daar heb ik het tulbandje in gelegd, dat ik gisteren heb gebakken; en ik heb er ook een fleschje wijn in gedaan. Grootmoeder is zoo zwak en ze mag best wat hebben, om te versterken. Maar luister eens, kindje: houd je onderweg niet op en blijf op de paden; anders ben ik bang, dat je verdwaalt. En als je soms den wolf ziet, loop dan maar gauw door. En als je bij grootmoedertje bent, wensch haar da beterschap en zeg haar, dat ik gauw zelf eens bij haar kom. Nu, dag kindje..."
Roodkapje kuste haar moedertje goeien dag en ging op weg. Een paar keek ze nog eens om en wuifde met haar handje, toen ging ze 't bosch in en kon haar moeder haar niet meer zien.
Spoedig kwam ze den wolf tegen. "Dag, Roodkapje," zei hij vriendelijk, "waar ga je naar toe?" "Dag, wolf," antwoordde Roodkapje, "ik ga naar mijn lieve grootmoedertje." "En wat heb je daar in dat mandje?" "Een fleschje wijn en een tulband; en die heeft moeder zelf gebakken" "En is dat allemaal voor je grootmoeder?" "Ja, allemaal." "Waar woont je grootmoeder?" "Een heel eind hiervandaan: in 't bosch, in 't huisje onder de drie eikeboomen." "Zoo - dat huisje ken ik wel... Nu, dag Roodkapje - prettige wandeling!" Met deze woorden keerde de wolf zich om en ging dieper het bosch in. De boosaard! Weet je wat hij dacht? Hij dacht: "Ik zou dat kleine meisje en dat oude vrouwtje graag allebei willen opeten."
Wat hij nu deed, om zijn zin te krijgen, dat zul je straks wel hooren. Toen de wolf was heengegaan, was Roodkapje bedaard verder gewandeld, tot ze aan een groote wei kwam midden in het bosch. O, o, wat was 't daar mooi in die frissche, groene wei: witte madeliefjes groeiden er en blauwe viooltjes en gele boterbloemen. En gekleurde vlindertjes vlogen vroolijk heen en weer. "He," dacht Roodkapje, "wat zou mijn lieve grootmoedertje blij wezen, als ik eens wat van die mooie bloemen voor haar meebracht!" En ze vond dat zóó'n prettige gedachte, dat ze vergat, wat ze haar moedertje beloofd had. Zij verliet het pad en ging de wei in, om bloemetjes te plukken. 't Werd een prachtige ruiker en Roodkapje was er heel erg blij mee; want ze wist, hoeveel haar grootmoeder van weibloempjes hield. Maar 't kind dacht er volstrekt niet aan, dat ze zich veel te lang had opgehouden.
En wat had de wolf in dien tijd gedaan? Die was hard naar het huisje onder de drie eikeboomen geloopen, en klopte daar aan. "Wie is daar?" riep de zieke grootmoeder. De wolf dacht: "Als ik nu mijn zware stem laat hooren, zal de oude vrouw begrijpen, dat ik het ben." Daarom deed hij het zachte, vriendelijke stemmetje van Roodkapje na en riep: "Ik ben Roodkapje - en ik kom u een tulband brengen en een fleschje wijn." "Doe zelf de deur maar open, kind," riep grootmoeder terug, "Ik ben te ziek en te zwak, om op te staan." De wolf deed, wat grootmoeder gezegd had en ging naar binnen. Wat een schrik voor de oude vrouw, toen zij het gulzige dier zag binnenkomen! Maar de booze wolf had geen medelijden met haar en at haar op. Toen zette hij grootmoeders muts op zijn grooten ruigen kop, ging in haar bed liggen en schoof de gordijnen toe. "Zoo," dacht hij; "nu moet óók Roodkapje spoedig komen; en als die hier is, eet ik haar óók op."
En ja, daar kwam Roodkapje aanwandelen en stond spoedig voor het huisje van haar grootmoeder. Hé, dat was vreemd: de deur van 't huisje was open! Maar lang dacht ze daar niet over en ze trippelde vroolijk naar binnen. Ze zag dat het bedgordijn was dichtgeschoven en dacht daarom, dat haar grootmoedertjes sliep. Heel zachtjes schoof ze nu 't gordijn open, om de goede vrouw te zien. Ja, daar lag grootmoeder, met haar muts zoo ver mogelijk over 't gezicht getrokken. Maar wat zag ze er wonderlijk uit! Een oogenblik wist ze van verbazing niet, wat ze zeggen zou. Maar eindelijk zei ze: "Grootmoeder, grootmoeder, wat hebt u groote oogen!"... "Wel kind, zooveel te beter kan ik je blauwe oogjes zien!"... "Grootmoeder," riep Roodkapje toen weer, "grootmoeder, wat hebt u groote ooren!" "Wel kind, zooveel te beter kan ik je lieve stemmetje hooren!"... "Grootmoeder, grootmoeder, wat hebt u groote handen!"... "Wel kind, zooveel te beter kan ik je over je blonde kopje streelen!" "Grootmoeder, grootmoeder, wat hebt u een grooten mond!"... "Zooveel te beter kan ik je opeten!"... En meteen sprong de booze wolf het bed uit en at Roodkapje op. Het dier had nu zóóveel gegeten, dat het moeielijk meer loopen kon. Het ging dus weer in bed liggen en viel spoedig in slaap.
Maar vreeselijk - wat snurkte dat slapende beest! Het snurkte zóó hard, dat de jager, die juist voorbijkwam, het buiten kon hooren. "Och," dacht de goede jager, "zeker is het oude vrouwtje iets overkomen, anders zou ze zoo niet snurken!" En hij ging gauw het huisje binnen. Maar toen zag hij ook meteen den wolf in het bed liggen - den wolf, dien hij al zoo lang had gezocht. "Zoo," zei de jager in zich zelf, "nu heb ik hem in mijn macht" - en stond al op het punt, om den wolf te dooden. "Maar neen," dacht hij gelukkig nog, "misschien heeft hij het oude vrouwtje, dat hier woont, wel opgegeten. Laat ik dus voorzichtig wezen." Hij nam nu zijn mes en sneed den wolf heel voorzichtig den buik open. "Wip!" daar sprong Roodkapje te voorschijn! O, o, wat was de hager verwonderd, toen daar geen oud vrouwtje, maar een aardig klein meisje te voorschijn kwam! En wie kwam er óók naar buiten - maar heel langzaam? De oude grootmoeder! Ja, ze waren erg in de war; dat is te begrijpen en ze riepen: "Ach, wat was het verschrikkelijk donker daarbinnen!" Maar ze waren hartelijk blij, dat ze gered waren en bedankten den jager heel vriendelijk.
Nu at de grootmoeder van den lekkeren tulband en dronk van den heerlijken wijn, dien Roodkapje had meegebracht en werd weer gezond en vroolijk. En Roodkapje ging gauw naar huis, en vertelde haar moedertje alles, wat ze beleefd had.

Onderwerp

ATU 0333 - Little Red Riding Hood    ATU 0333 - Little Red Riding Hood   

AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)    AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   

Beschrijving

Roodkapje komt de wolf tegen, ze vertelt dat ze onderweg is naar grootmoeder en waar die woont. Ze gaat bloemen te plukken, waarbij ze steeds verder in het bos afdwaalt. De wolf gaat naar grootmoeders huis, klopt aan, doet Roodkapje na, gaat naar binnen, eet grootmoeder op, zet een muts op en gaat in bed liggen. Roodkapje verbaast zich over de grote ogen, oren en handen van grootmoeder, waarna de wolf haar opeet. De wolf snurkt in zijn slaap zo hard dat een jager gaat kijken, de wolf wil doodschieten, bedenkt dat de wolf grootmoeder kan hebben opgegeten, en met zijn mes de buik van de wolf opensnijdt, waar Roodkapje en grootmoeder uit komen.

Bron

Simon Abramsz. Sprookjes uit moeders jeugd. Amsterdam: Meulenhoff & Co, [1912]
KB: KW Ki 8628
Collectie Roodkapje/Karsdorp

Motief

K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.    K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   

J21.5 - ”Do not leave the highway“:    J21.5 - ”Do not leave the highway“:   

B211.2.4 - Speaking wolf.    B211.2.4 - Speaking wolf.   

Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.    Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   

Naam Overig in Tekst

Roodkapje    Roodkapje   

Datum Invoer

2019-03-11