Hoofdtekst
’t Was een onderaardschen gang van de proosterije naar Eversem onder de Fransche beke. Ze durven daar niet in gaan. En als ze een lanteern laten zinken met lucht, ’t gaat dood.
Beschrijving
Bij de abdij in Roesbrugge was een onderaardse gang die niemand durfde te betreden. Wanneer men een brandende lantaarn in die gang naar beneden liet, doofde het vlammetje.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (franse grens)
531
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Proven   
Plaats van Handelen
Roesbrugge