Hoofdtekst
Dat was in Rèkem gebeurd. De man, ich heb zijne naam vergeten had zoveel ongelukken. Zo hadden ze een paar vette varken die ze wollen verkopen of ze lagen kapot de morgen dat ze ze laden komen (kwamen). Een jongske gleed uit in 't water en de schipper pakt hem vast. 't Was nog nie boven of alweer dood. En toen zijn ze naar de paters gangen voor te laten overlezen en wei (toen) de pater bezig was met te bidden, toen komt do de gebuurvrouw, die woonde kort er bij, en dat was zo'n deur - ger weet wel bo 't bovenste van open gaat en de bovenste halfdeur was open wei de pater bezig was. En ze lei 'r twee armen zo op de onderste deur. En toen zei de pater: Doe de bovenste deur toe, maar ger moogt gene wraak dragen' (tegen die gebuurvrouw). En toen was 't gedaan.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een man uit Rekem die altijd ongeluk had, liet een pater komen om de hoeve te overlezen. Toen de pater aan het bidden was, kwam de buurvrouw bij de deur staan. Daarop sprak de pater: "Doe de deur dicht, maar koester geen wrok". Sindsdien had de man geen ongeluk meer.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
326
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Rosmeer   
Plaats van Handelen
Rekem