Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

STOP0381_0381_21735

Een sage (mondeling), 1964

Hoofdtekst

Paster Karel Suykers zei e keer tegen mij: "Me gon e keer nor de beesten gon kijken." ‘k Zeggen: "’k Eén dor nog e paar zwijns, me gon eerst nor de die nog e keer gon kijken." En me keken over de deure en ’t lag dor e zwijn schijndood. Mor dat’k ol dei wuk dat ‘k wilde, dat zwijn bougeerde niet. En de vrouwe zegt: "Karel beleest het e keer," omdat ze wiste dat z’etwot kunnen doen ols ze willen. En je zegt: "Wuk zoe’k ik etwot gon belezen die dood is?" Ze zei: "Leest olglijk, ‘t kan ol geen kwaad." Enne gaat in zijn beuze enne zegt: "’k Eén dat van de zwijns niet mee!" "Ziej wel," zegt ze, "daj dat ook kut belezen?" Je las toen e gebed die diende voor olle beesten enne vroeg wijwater. Me droeien wieder uus omme, toetdat ze werekwam, met uze rik nor de zwijns. En omme uus ommedroeien, dat zwijn stoend dor an zijn bak t’eten. Me kommen wieder were in huus en ‘k zeggen tegen Karel: "M’één wieder ook e tovenare up de streke." En zegten: "Wien? Is dat ne burger?" "Jaa’t" "Weet de paster dat?" zegten. ‘k Zeggen: "Jaa’n, mor ne wilt zijn boeken niet ofgeven wormee datten leest. Enne zei: "Die mens gaat hem zelve an hols bringen ofwel veroengelukken." Nu m’hielden wieder dat e bitje in d’oge. En o dat drie jor nadien wos, ’t wos tit nog niet gebeurd met dien woenderdokteur. Mor ommèkeer, je komt van Torhout en je dweerste de grote bane en je wos overeên van nen auto. J’is toen gestorven. En je zei: "’k Eén zeven dokteurs die voor mij werken en o de dee dat niet kunnen, ’t kan mij niemand genezen." Dat is echt.

Onderwerp

SINSAG 0750 - Andere Zauberei.    SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   

Beschrijving

Een boer ging samen met de pastoor naar zijn varkens kijken. In de stal stelde de boer vast dat één van de dieren voor dood op de grond lag. De boerin vroeg de pastoor of hij het varken wilde overlezen. Daarop zei de geestelijke: "Waarom zou ik een dood varken moeten overlezen?" De boerin vervolgde: "Doe het toch maar, want het kan geen kwaad". De pastoor zei dat hij zijn gebed voor de varkens niet bij zich had en las dan een gebed dat voor alle dieren kon dienen. Vervolgens besprenkelde hij het dier met wijwater. Even later stond het dier te eten.
De boer vertelde de pastoor dat er een wonderdokter in de streek woonde, die kon toveren. Toen de geestelijke verbaasd reageerde, vervolgde de boer: "Ja, maar hij wil zijn boeken niet afgeven". De pastoor voorspelde dat die tovenaar zichzelf tenonder zou brengen. Toen de wonderdokter drie jaar later terugkwam van Torhout, werd hij overreden door een auto. De man had altijd gezegd: "Ik heb zeven dokters die voor mij werken. Als zij het niet kunnen, dan kan niemand mij genezen".

Bron

S. Top, Leuven, 1964

Commentaar

2.2 Tovenaars
west-vlaams (vrijbos)
231E
memoraat

Naam Overig in Tekst

Karel Suykers    Karel Suykers   

Naam Locatie in Tekst

Handzame    Handzame   

Plaats van Handelen

Torhout    Torhout