Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WACHT0310_0311_3747 - Farçeursage met dodelijke afloop

Een sage (mondeling), 1971

Hoofdtekst

Een meid - een moch gelijk ze vroeger zegden - en die zouden ze dan ook schrik maken ergens hè. En die moest dan 's avonds dikwijls nog buiten iets doen gaan en toen, die moest dan hout halen in 't bakhuis om 's morgens de stoof aan te doen. Ja, en toen zegden ze: 'Hebt ge geen schrik?' 'Neen, neen', zei ze, ze had geen schrik maar daar had ene, die had hem klaargemaakt: die zou dan ook met een deken over hem aan de deur van dat bakhuis waar zij moest heen gaan. En toen komt ze terug en de anderen waren al benieuwd - ja die wisten daarvan hè - : 'Hoe heeft het gegaan? Hebt ge niks gezien nergens niet?' 'Ja', zei ze, 'daar zat iets aan de deur daar', zei ze, 'maar ik had een goeie knuppel meegenomen en ik heb het op zijn kop gehouwd,' zei ze, 'toen lag het daar', zei ze. Ja, ze had de man doodgehouwd.

Beschrijving

Een meid die 's avonds in het donker hout moest gaan halen, beweerde dat ze nergens bang voor was. Eén van de knechten besloot zich als spook te verkleden om de meid de stuipen op het lijf te jagen. Toen de meid terugkwam met het hout, vroegen de andere knechten nieuwsgierig: "Hoe is het gegaan? Ben je niet bang geweest?" Daarop antwoordde de meid: "Neen, maar ik heb wel ergens iets vreemds zien zitten. Gelukkig had ik een knuppel meegenomen, waarmee ik de vreemde verschijning op het hoofd heb geslagen". Zonder het te weten had de meid één van de knechten gedood.

Bron

W. Achten, Leuven, 1971

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
midden-limburgs
j'
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Sint-Lambrechts-Herk    Sint-Lambrechts-Herk