Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WICCA013

Een personal narrative (mondeling), vrijdag 05 februari 1999

Hoofdtekst

I. Wat ik me afvraag is; zijn er in de wicca oorsprongsmythen?

R. Ja en nee. Gardner is begonnen met het bij elkaar brengen van een aantal mogelijkheden van wat hij had ervaren als hekserij. Om dat in een vorm te gieten, waarin hij met mensen uit zijn omgeving ook op een voor hun fijne manier iets mee kon. Het is nooit Gardners idee geweest om een wereldreligie te stichten. Hij heeft gezocht uit zijn levenservaring en zijn studies uit een heleboel verschillende bronnen, waaronder de Rozekruizers, waaronder de Vrijmetselaars, waaronder alle mogelijke Aziatische invloeden. Hij heeft zijn hele leven in het verre oosten gezeten. Heeft ie bij elkaar gebracht en daar heeft ie; hier wat van gepakt, daar wat van gepakt. Daar zaten ook erf-heks bronnen in, voor zover hij dat te pakken had kunnen krijgen in bronnen van zijn tijd. Dat heeft ie samengevoegd, daar is ie mee aan de slag gegaan. Daar heeft ie over gepubliceerd. Vóórdat de wet op de hekserij in Engeland was opgeheven in de vorm van romans. Daarna heeft ie op andere manieren publikaties het licht doen zien. Dááruit is dus gegroeid wat wij nu hebben aan tips en tools als basis van ons wicca-zijn. En dan heb je twee mogelijkheden: je hebt de mogelijkheid om heel traditioneel, klassiek daar aan vast te houden. Aan datgene wat Gardner in eerste instantie naar buiten heeft gebracht. Maar je hebt ook de groep die zegt van nou: dat is prima basis materiaal, daar maken we graag gebruik van. En datgene wat ons past daar houden we ons aan en we vullen dat aan met eigen ideëen. Nou en die twee groepen, die vind je terug in de wicca. Op alle mogelijke manieren, met alle mogelijke ontplooiïngen daarvan. Maar de wicca heeft dus géén basisboek, zoals een heilige schrift, een bijbel, een koran. Heeft geen tien geboden. Heeft geen andere, uit goddelijke bron gekomen wetten. De 'Laws' waar je over kunt lezen uit dat oude Engelse wicca, en ik meen dat de Alexandrians daar nog een deel van hanteren in hun wicca-beleven van vandaag. Dat zijn allemaal dingen die door Gardner en de mensen om hem heen zijn vastgesteld, zijn gemaakt, bij elkaar zijn gevoegd. Om de wicca van vandaag vorm en inhoud te geven. Maar zijn géén godgegeven opdrachten of concepten of dogmatische commando's.

I. Gardner heeft van alles bij elkaar gesprokkeld en uiteindelijk de wicca naar buiten gebracht; heeft ie misschien, of hebben mensen later, bij jouw weten, zèlf een oorsprongsmythe gecreëerd? Of gaat dat weer te ver?

R. Nee, zo direct als jij het stelt en vraagt, ben ìk er niet tegen aan gelopen. Waar ik wèl tegenaangelopen ben dat zijn wicca-groepen die zich heel sterk richten op het Egyptische pantheon. Die Isis, Horus en wat in die mythologie aan religieuze concepten is overgeleverd, naar onze tijd, gebruiken als basis voor hun wicca beleven. Anderen richten zich meer op het Grieks/Romeinse pantheon. Zo zijn er meer mogelijkheden. Zoals je in het modern westers sjamanisme mensen hebt die zich oriënteren op Siberisch sjamanisme, zoals Lucia en ik, maar je hebt ook die zich vrijwel volledig op bijv. Noord-Amerikaanse Indianen gebruiken. Ja en je hebt momenteel ook die het richten op Aboriginals of andere godsdienstige concepten uit de verschillende oceanen-gebieden. Dat is allemaal mogelijk. Maar het is nergens voorgeschreven.

I. Nou bijv. zo'n ritueel met de hulstkoning en de eikkoning. Zit daar een verhaal aan vast?

R. Daar zitten verschillende verhalen aan vast. Vanuit verschillende religieuze concepten en de rode draad is de beeldvorming vanuit welke religie dan ook vanuit de oudheid. Dus oude religies, oude geloofsvormen. Het is het concept van de strijd die er is tussen licht en het donker. Tussen de periode van afnemend zonlicht en de periode van toenemend zonlicht. Wat je dan ook terugvindt in de Jaarfeesten, wat je terugvindt in de seizoenen. Wat je terugvindt in de groei van de natuur. De oogst en de verval-periode ik heb dat... Alles wat je nú zit te vragen, heb ik samengebracht voor mezelf, voor mezèlf, niet opgedragen of specifiek uit de wicca gehaald. Maar voor mezèlf duidelijk gemaakt in een schema. Ik zal je dat schema laten zien.

I. Bijv. dat verhaal van de hulstkoning en de eikkoning met midzomer. Daar wordt het verhaal bv. uitgebeeld. Maar wat ik me dus afvraag; wordt het verhaal ook vertèld. Wat je krijgt, vaak, bij zo'n ritueel is een beschrijving van het ritueel en wat het ìnhoudt en waar de symbolen voor staan. Maar het verhaal zèlf, daar wordt dan, naar mijn idee, niet zoveel aandacht aan besteed. Of zie ik dat verkeerd?

R. Ik heb dat in de leerfase, waarin jij toen ook met Sandra dat ritueel hebt gedaan, wel meegemaakt. En daarna wordt verondersteld, in onze groep, dat je die verhalen kent. En door de verhalen in een mysteriespel, wat een ritueel is, uit te beelden, beleef je het verhaal. Herbeleef je het verhaal. Geef je het moment van de bezinning vorm en inhoud. Zodat je extra stilstaat juist bij de kwaliteit van die tijd. En het is belangrijk om die momenten met elkaar te beleven. Het is belangrijk om die momenten in te laten werken op je eigen bewustzijn. Maar het is nèt zo belangrijk om je te realiseren dat het geen op elkaar staande losse avonden zijn. Maar dat het perioden zijn die in elkaar overlopen en dat je met name in de tussenliggende periode houvast hebt, in de vorm van een kompas, in de vorm van een maatstaf t.o.v. de dingen die er in die periode met jou en het leven om je heen gebeuren. Op die manier integreer ik de symboliek van de momenten. Waarbij de manen, de maan die een enorme invloed heeft op ons wel en wee. Ook al zijn we ons daar niet altijd van bewust. Die manen die hebben ook, gerelateerd aan de tijd in het jaar elk hun eigen kwaliteit.

I. Je zegt dat die verhalen dus, om daar nog even op terug te komen, dat verondersteld wordt dat je die kent. En daarvoor dat er dus verschillende versies zijn voor bijv. dat midzomer ritueel. Kun je misschien de verschillen aangeven? Of zo'n verhaal vertellen, wat er dan precies het verschil in is.

R. ........ Het gaat niet om de verhalen. Het gaat niet om Roodkapje. Het gaat om een toelichting van de essentie. De essentie zoals die weergegeven wordt in dat ritueel. Je maakt dat ritueel, je gebruikt een bestaand ritueel, met de bedoeling om de essentie in jezelf op te roepen.
En het gaat niet om een verhaal. het gaat niet om het verhaal van de hulstkoning. Dat is een poëtische vorm waarin je die essentie duidelijk maakt. Maar het gaat om die essentie. En dat verhaal dat kan per coven een andere vorm zijn, een ander ritueel zijn.

I. Ik begrijp wel dat het daar niet om gaat maar ik wil het toch graag horen.

R. Wat wil jij , in concreto, van mij horen?

I. Nou bijv. wat ik gezien heb van de hulst- en eik koning. De versie die jij kent, die waarschijnlijk anders is dan ik het ken. Het spel tussen de opbouwende en afnemende krachten. Of is het in die zin wel een verhaal?

R. Nee! Voor mij is 't geen verhaal! Voor mij is het het me realiseren dat er één moment is, in de kringloop van het leven. Nu weergegeven in een momentopname in de kringloop van het jaar. Dat je momenten hebt in je leven, dat er een einde komt aan bep. zaken. Maar dat dat einde van die zaken meteen inhoud dat er ook een nieuw begin is. Als ik om medische redenen bep. functies in mijn werk niet meer kan vervullen, dan betekent dat het einde van een aantal functionele mogelijkheden binnen mijn werk. Maar dat betekent niet dat ik op straat sta. Het opent mij de weg naar andere functies, waar ik dáárvoor nog geen zin in had, of niet voor open stond. Of niet eens in mijn leven een rol speelden. Ik heb dat heel sterk gevoeld toen ik op een gegeven moment i.v.m. mijn hartklachten mijn gewone, bepaalde banen, niet meer kon doen omdat die gewoon te zwaar waren. En zo kan ik meer voorbeelden noemen. Zo zul jij ongetwijfeld op dit moment denken aan gebeurtenissen in je eigen leven, waarbij je op een gegeven moment tot de ontdekking komt van: hé, nu kan ik in deze lijn niet verder. Nu is er iets gebeurd. Maar de dingen houden niet op. En dàt is het gevecht tussen de hulstkoning en de eikkoning.

I. Ik begrijp het niet helemaal.

R. Nou, de één stopt; de eikkoning die verliest, die sterft. En de hulstkoning die neemt over. Het oude is gestopt, maar er komt iets anders aan bod. Dat heeft iets onverbiddelijks van leven en dood zeg maar, de essentie maar ook meteen het concept dat daarna met de dood niet meteen alles stopt maar dat er nog méér is. Dingen gaan door. Alleen op een andere manier, in een andere vorm. En tegenovergesteld heb je bij het Joelfeest waar juist de hulstkoning die vanaf midzomer tot aan Joel geregeerd heeft, in het verhaal vervangen wordt door de eikkoning. De dagen gaan weer lengen. Je hebt hierzo (wijst op schema) dat stilstandspunt. De periode van transformatie. Dat zijn deze manen. Dat zijn ook deze kaarten; de maan en de ster van de grote arcana. De toren; het inzicht. Dat zijn dingen die je zelf kunt omschrijven in je leven, dat je op dezelfde manier niet meer verder kunt. Dan de maan, die aangeeft de onzekerheid, het je heen en weer geslingerd voelen tussen gebeurtenissen en gevoelens. En de periode van het uitzoeken van dingen, hoe ga ik nou verder? En als je daar dan goed doorheenkomt dan krijg je weer de ster: de nieuwe hoop en de zon; de geboorte van nieuwe mogelijkheden. Die hele periode dat vind je dat ten opzichte van dat midzomerfeest hier in omgekeerde volgorde weer terug.

I. Dus een omdraaïng van energieën inderdaad.

R. Is dat wat je bedoelde met je vraag?

I. Niet precies, maar ik weet nu in ieder geval op welke manier die verhaal-symboliek werkt en dat wou ik weten. Ik vroeg me af welke rol het verhaal en welke rol de symboliek ervan speelt.

R. Een verhaal is voor mij in de beginfase een manier om iets uit te leggen. En als je dan weet hoe de zaak in mekaar steekt, waar het om gaat, dan is dat verhaal, dat vergeet je gewoon, het verhaal speelt geen rol meer. Het gaat om de energieën.

I. Hoe zou je dat dan... Ik weet niet of jullie het nog steeds van plan zijn, maar jullie hadden toentertijd plannen om een eigen coven te stichten.

R. We hebben de mogelijkheid. We denken er wel over na. We hebben nog geen definitief besluit genomen. Er zitten nogal wat kanten aan, aan het hebben van een eigen groep. Het is niet van: goh, gezellig. ...

I. Maar als jullie er over nagedacht hebben. Ik vraag me af... Dan zul je ook nagedacht hebben, denk ik, om mensen te onderwijzen.

R. Uiteraard.

I. En dan komen dat soort verhalen dus wèl weer aan bod?

R. Ja, dan wel. En dan kan ik zó naar de boekenkast toelopen en daar haal ik dan de documentatie die ik nodig heb om mijn leerlingen, om dat maar zo te noemen, dat duidelijk te maken op een manier die, ja waarschijnlijk sterk zal lijken op wat ikzelf heb ervaren. Ik heb op een hele fijne prettige manier een wicca-opleiding gehad. En ik zal ook zeker die methode hanteren, maar ik zal er misschien andere dingen bij vertellen. Of andere accenten leggen.

I. Heel persoonlijk dus.

R. Ja, natuurlijk. Vanuit mijn vrijheid om samen met Lucia daar vorm en inhoud aan te geven zoals wìj het zien. Wat wij waardevol vinden en ook wat wij binnen de coven willen. Hoe wij bijvoorbeeld een herfstfeest willen vieren.

I. Je vertelde net hoe Gardner alles bij elkaar gesprokkeld heeft. Je noemde ook erfheksen, wat weet je daarvan?

R. Hij schijnt contact te hebben gehad met erfheksen. En er is natuurlijk ook het één en ander bekend van erfheksen van elders; uit het Baskenland, uit delen van Italië. Wat hij daarvan te pakken heeft kunnen krijgen, heeft hij gebruikt. Hij heeft ook leentjebuur gespeeld bij de traditionele magie. Hij had contacten bijv. met Croweley, een bekend occultist en magiër. En al die invloeden, al die mogelijkheden, daar heeft ie in een hekselketel gedaan, daar heeft ie flink staan roeren, daar is een papje uit gekomen.

I. Ik heb niets van Gardner te pakken kunnen krijgen aan literatuur, heb jij er iets van gelezen?

R. Gardner heeft van alles en nog wat op z'n naam staan. Ik heb daar zelf niets van. Alles wat ik heb van Gardner is wat ik gelezen heb in publikaties van anderen over zijn werk. Maar rechtstreeks van Gardner heb ik niets.

I. Ik wou dus net gaan vragen; wat heeft hij dan over die erfheksen geschreven, daar ben ik wel benieuwd naar.

R. Ik heb geen idee.

I. Weet je zèlf iets over erfheksen. Ik heb dus ook alleen maar gelezen in werken van anderen erover. Maar niet.. Ze treden ook niet in de publiciteit.

R. Nee het zijn familieaangelegenheden voor zover ik dat begrepen heb, van vader en moeder op zoon en dochter of combinaties daarvan waarbij kennen en kunnen geënt op een bep. levensbeschouwing overgegeven wordt van generatie op generatie. En omdat dat te maken heeft met dingen waar wij dan het kaartje hekserij aan gehangen hebben, zijn dat dan heksen?
Als je bv boeken leest van Mellie Uyldert, die zich bezig houdt met natuurbewustzijn met kruidenkunde en simpele magische dingetjes. Is ze daarom een heks? En wie bepaalt dat dan?
Als je de woordenboeken erop naleest dan wil ik niet graag een heks zijn.
We hebben dus geen ontstaansmythen en we hebben geen filosofie over onze godenwereld maar wèl onze privé-gedachten erover. Ik ben tegengekomen in het boek van een antropoloog een zekere Willian Howels, en die heeft ongeveer het volgende geschreven:

"In den beginne werden hemel en aarde geschapen, de aarde nu was woest en ledig en duisternis lag op de afgrond. De geest van het zich verenigende mannelijke en vrouwelijke principe zweefde over de wateren en de schepping vond plaats. En de mens bezag al wat er geschapen was en dacht dat het zo goed was. En ziet aan de horizon verschenen vier ruiters. Zij droegen de naam; dood, honger, ziekte en kwaadwilligheid. Alzo zag de mens zijn bestaan bedreigd en in het zweet zijns aanschijns maakte hij zich onderkomens, kleding en werktuigen. Toen zag de mens dat nog niet al zijn beproevingen ten einde waren gekomen en de mensen zeiden tot elkander: Laat ons goden maken, naar ons beeld, naar onze gelijkenis opdat zij heerschappij hebben over onze vrees en ons antwoorden op de vragen des levens. En de mens schiep zich goden. God en godin schiep hij hen."

Nou, zo zie 'k dat ook. Ik heb dit dus niet zelf bedacht, maar toen ik dit las toen dacht ik: Ja verdomd, zó moet het gebeurt zijn. (lacht). Hier kan ik wat mee. Op mijn manier, met mijn woorden en met mijn invulling. De mens wil antwoorden op vragen die zich aan hem voordoen. Of wil oplossingen voor problemen die op z'n pad komen.

Beschrijving

Een man vertelt hoe de wicca is ontstaan en de plek die oorsprongmythen daarin hebben. Verder zijn visie op verhalen in de wicca.

Bron

Bandopname: privé bezit Rachèl Gerrits

Commentaar

5 februari 1999
De arcana waarnaar de verteller verwijst, zijn kaarten uit het Tarot-kaartendek. De Tarot heeft 78 kaarten waarvan 22'grote' kaarten en 56 'kleine' kaarten, inclusief 16 hofkaarten. De 'gote' kaarten worden de Grote arcana genoemd en de 'kleine' kaarten worden de Kleine arcana genoemd. Voorbeelden van de Grote arcana zijn; De Zon, De Maan, De Ster en De Toren. (zie namen).

Naam Overig in Tekst

Rozekruizers    Rozekruizers   

Vrijmetselaars    Vrijmetselaars   

Aziatisch    Aziatisch   

"Laws"    "Laws"   

Alexandrians    Alexandrians   

Egyptisch    Egyptisch   

Isis    Isis   

Horus    Horus   

Grieks    Grieks   

Romeins    Romeins   

Siberisch    Siberisch   

Noord-Amerikaans    Noord-Amerikaans   

Indianen    Indianen   

Aboriginals    Aboriginals   

hulstkoning    hulstkoning   

eikkoning    eikkoning   

Jaarfeesten    Jaarfeesten   

midzomer    midzomer   

bijbel    bijbel   

Roodkapje    Roodkapje   

Joelfeest    Joelfeest   

herfstfeest    herfstfeest   

Baskenland    Baskenland   

Croweley    Croweley   

William    William   

howel    howel   

Mellie Uyldert    Mellie Uyldert   

De Zon    De Zon   

Naam Locatie in Tekst

Gardner    Gardner   

Engeland    Engeland   

koran    koran   

Italië    Italië   

De Toren    De Toren   

De Maan    De Maan   

De Ster.    De Ster.   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21