Hoofdtekst
Saliha; De Bremer stadsmuzikanten. Even nadenken.
Yamila; Ik ken het niet hoor.
Saliha; Er was eens een ezel en die leefde op een boerderij, maar die ezel was zo sloom geworden dat de baas hem niet meer wou hebben. Toen was de ezel weggelopen en ging hij rond trekken. Hij kwam in een dorpje en daar zit een hond heel hard te blaffen. De ezel gaat naar de hond en vraagt: "Wat is er met jou aan de hand?" "Ja, mijn baas heeft een andere hond gevonden, want ik kan niet meer goed jagen. Nu wil hij me niet meer hebben." "Nou" zegt de ezel, als je wilt mag je met mij mee, dan kunnen we samen muzikant worden in Bremen." Dus die hond gaat mee. Dan lopen ze samen door de wereld. Dan komen ze een kat tegen die keihard zit te miauwen. Ze zien iemand achter de kat aanlopen die keihard aan het gillen is. Ze vragen aan de kat wat er aan de hand is. De kat zegt dat zijn baas boos op hem is, omdat hij hem heeft gekrabd. Ik verzin alles ter plekke hoor. En toen ging de kat ook met de ezel en de hond mee. Toen kwamen ze bij een grote boerderij aan. Daar hoorden ze een haan keihard kukelen. En ze vroegen wat er met de haan aan de hand is. De haan zegt: "Ja, het is mijn laatste dag. Morgen gaan ze me slachten en opeten." Dus de ezel vraagt of hij ook mee wil. Met z'n vieren gaan ze verder op pad naar Bremen. Dan komen ze in een bos. Ze weten niet meer welke kant ze op moeten en ze besluiten in het bos te gaan slapen. De kip klimt in een boom en ziet in de verte een lichtje. Daar gaan ze naartoe. Ze zien allemaal rovers aan tafel zitten. Dan bedenken ze een plan zodat ze het huisje in kunnen. Ze klimmen bovenop elkaar. De ezel staat onderop , dan de hond gaat er boven op, dan de kat en dan de duif. Dan staan ze voor de deur en een van de rovers doet open. Dan begint de haan keihard te kukelen, de hond te blaffen , de kat te miauwen en de ezel te, hoe noem je dat, balken. De rovers schrikken zich kapot en rennen allemaal weg. De een krijgt een schop van de ezel, de ander wordt gebeten door de hond en een ander wordt gekrabd door de kat. De rovers gaan weg en zij beginnen lekker aan de maaltijd. Als ze liggen te slapen komen de rovers terug om te kijken wat er aan de hand is. Een van de rovers doet de deur open en wordt gekrabd door de kat, geschopt door de ezel en gebeten door de hond. Hij rent terug naar de andere rovers en zegt: "Er zit daar een heks, die heeft me geslagen." en dit dat. De rovers werden bang en toen leefden de dieren nog lang en gelukkig in het huisje in het bos.
Yamila; Ik ken het niet hoor.
Saliha; Er was eens een ezel en die leefde op een boerderij, maar die ezel was zo sloom geworden dat de baas hem niet meer wou hebben. Toen was de ezel weggelopen en ging hij rond trekken. Hij kwam in een dorpje en daar zit een hond heel hard te blaffen. De ezel gaat naar de hond en vraagt: "Wat is er met jou aan de hand?" "Ja, mijn baas heeft een andere hond gevonden, want ik kan niet meer goed jagen. Nu wil hij me niet meer hebben." "Nou" zegt de ezel, als je wilt mag je met mij mee, dan kunnen we samen muzikant worden in Bremen." Dus die hond gaat mee. Dan lopen ze samen door de wereld. Dan komen ze een kat tegen die keihard zit te miauwen. Ze zien iemand achter de kat aanlopen die keihard aan het gillen is. Ze vragen aan de kat wat er aan de hand is. De kat zegt dat zijn baas boos op hem is, omdat hij hem heeft gekrabd. Ik verzin alles ter plekke hoor. En toen ging de kat ook met de ezel en de hond mee. Toen kwamen ze bij een grote boerderij aan. Daar hoorden ze een haan keihard kukelen. En ze vroegen wat er met de haan aan de hand is. De haan zegt: "Ja, het is mijn laatste dag. Morgen gaan ze me slachten en opeten." Dus de ezel vraagt of hij ook mee wil. Met z'n vieren gaan ze verder op pad naar Bremen. Dan komen ze in een bos. Ze weten niet meer welke kant ze op moeten en ze besluiten in het bos te gaan slapen. De kip klimt in een boom en ziet in de verte een lichtje. Daar gaan ze naartoe. Ze zien allemaal rovers aan tafel zitten. Dan bedenken ze een plan zodat ze het huisje in kunnen. Ze klimmen bovenop elkaar. De ezel staat onderop , dan de hond gaat er boven op, dan de kat en dan de duif. Dan staan ze voor de deur en een van de rovers doet open. Dan begint de haan keihard te kukelen, de hond te blaffen , de kat te miauwen en de ezel te, hoe noem je dat, balken. De rovers schrikken zich kapot en rennen allemaal weg. De een krijgt een schop van de ezel, de ander wordt gebeten door de hond en een ander wordt gekrabd door de kat. De rovers gaan weg en zij beginnen lekker aan de maaltijd. Als ze liggen te slapen komen de rovers terug om te kijken wat er aan de hand is. Een van de rovers doet de deur open en wordt gekrabd door de kat, geschopt door de ezel en gebeten door de hond. Hij rent terug naar de andere rovers en zegt: "Er zit daar een heks, die heeft me geslagen." en dit dat. De rovers werden bang en toen leefden de dieren nog lang en gelukkig in het huisje in het bos.
Onderwerp
AT 0130 - The Animals in Night Quarters (Bremen City Musicians) 
AT 0130 - The Animals in Night Quarters (Bremen City Musicians) 
ATU 0130 - The Animals in Night Quarters.
ATU 0130 - The Animals in Night Quarters.
VDK 0130 - The Animals in Night Quarters (Bremen City Musicians)
VDK 0130 - The Animals in Night Quarters (Bremen City Musicians)
SINAT 0130 - Die Tiere im Nachtquartier
SINAT 0130 - Die Tiere im Nachtquartier
Beschrijving
Een ezel werd oud en de baas wou hem daarom niet meer verzorgen. De ezel besloot toen maar rond te gaan trekken. In een dorp kwam hij een blaffende hond tegen. Hij vroeg wat er aan de hand was. De hond was door zijn baasje in de steek gelaten, omdat hij te oud werd voor de jacht. De ezel stelde voor om samen naar Bremen te trekken en daar muzikant te worden. Onderweg komen ze nog een haan en een kat tegen die ook in een slechte situatie verkeerden. Met zijn vieren komen ze door een bos waar ze de nacht willen doorbrengen. Ze zien in de verte een lichtje branden en gaan kijken. In het huisje zitten een groep rovers. De dieren verzinnen en plan om de rovers weg te jagen. Ze klimmen boven op elkaar en bellen aan. Als één van de rovers de deur opent beginnen ze allemaal te blaffen, balken, miauwen en kukelen. De rovers schrikken en gaan ervandoor. Als ze 's nachts proberen terug te komen krijgen ze rake klappen van de ezel en wordt hun de huid opengekrapt door de kat. Ze denken dat dit het werk van een heks is en besluiten maar een andere stek te zoeken. De dieren leefden nog lang en gelukkig in het huisje in het bos.
Bron
Bandopname (archief M.I.)
Commentaar
8 juni 2000
The Animals in Night Quarters (Bremen City Musicians)
Naam Locatie in Tekst
Bremen
Bremen
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21