Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

Lied0006 - [Blauwbaard ging op reis]

Een lied (mondeling), maandag 20 januari 1964

06 18201 110.jpg

Hoofdtekst

Blauwbaard sprak tot zijn achtste schone:
Ik ga op reis, voor hoe lang dat weet ik niet
Hier zijn de sleutels waarmee g' in huis kunt komen
Maar deze kamer betreedt gij niet!
En zij zong, die meid van Labruyere
En zij zong, die meid van Labberdoes

Toen Blauwbaard zich op reis had begeven
Werd zijn vrouwtje door nieuwsgierigheid gedreven
Ze paste overal waar een sleutelgat maar zat
Tot ze het rechte gevonden had
En zij zong, die meid van Labruyere
En zij zong, die meid van Labberdoes

Ze stak de sleutel in het slot en werd door schrik bevangen
Zeven dode lijken zag zij aan de kapstok hangen
Ze weet niet wat ze doet,
Ze weet niet wat ze moet,
Maaar eensklaps viel de sleutel in het bloed
En zij zong, die meid van Labruyere
En zij zong, die meid van Labberdoes

Hoe ze ook waste, het mocht haar niet baten
Het bloed dat wilde de sleutel niet verlaten
En Blauwbaard die kwam thuis
En maakte veel gedruis:
Over vijf minuten en dan hang je ook in huis!
En zij zong, die meid van Labruyere
En zij zong, die meid van Labberdoes

De arme vrouw vliegt naar de hoogste toren
En riep: Politie! Mijn man wil mij vermoorden!
Maar de politieman, zoals 't gewoonlijk gaat
Liep Oost-Indisch doof te wandelen langs de straat
En zij zong, die meid van Labruyere
En zij zong, die meid van Labberdoes

De arme vrouw, wat moest zij nu beginnen?
Eensklaps, ja, daat schiet haar wat te binnen
Ze hangt reclame uit van Van Houtens cacao
Dit trok de aandacht, daardoor redde men de vrouw
En zij zong, die meid van Labruyere
En zij zong, die meid van Labberdoes.

Onderwerp

AT 0312 - The Giant-killer and his Dog (Bluebeard)    AT 0312 - The Giant-killer and his Dog (Bluebeard)   

ATU 0312 - Maiden-killer (Bluebeard)    ATU 0312 - Maiden-killer (Bluebeard)   

Beschrijving

Blauwbaard gaat op reis en geeft aan zijn achtste vrouw de sleutels van het paleis. Er is éen grote sleutel die ze absoluut niet mag gebruiken. Blauwbaard heeft zijn hielen nog niet gelicht of zijn vrouw probeert de sleutel uit op alle sloten die ze tegen komt totdat ze het juiste slot gevonden heeft. Ze gaat een vertrek binnen waarin zeven dode vrouwen hangen. Van schrik laat ze de sleutel vallen; het lukt haar niet het bloed, dat aan de sleutel is blijven kleven, er af te krijgen. Intussen komt Blauwbaard thuis en dreigt ook haar op te hangen. De vrouw rent naar de hoogste toren en roept om de politie. Een toevallig passerende agent doet of hij niets hoort. Dan hangt ze een bord uit waarop reclame voor Van Houten's cacao wordt gemaakt. Dit bord trekt onmiddelijk de aandacht van voorbijgangers en dat is haar redding.

Bron

Bandopname Will D. Scheepers (20-1-1964) bandnr. 177-01

Commentaar

20 januari 1964
Dit lied leerde mw. Arnoldus-Oldenziel omstreeks 1910, toen zij nog in Vlissingen woonde, van haar moeder, die het zelf kende uit haar kindertijd [ca. 1890 want geb. 1878]. De zangeres vond het lied altijd een beetje raar, vooral door de twee laatste regels van ieder couplet over "die meid van Labruyere". In Vlissingen woonden diverse keurig nette families met die naam en "wij zouden niet graag een van hun dochters die meid van Labruyere durven noemen".
"De twee laatste coupletten hebben wij echt zo geleerd."

[ingezonden 14-1-1964 n.a.v. een OGL-radio-uitzending van een opname uit Kruiningen, vandaar opname Amsterdam (E109p), 20-1-1964, door Will D. Scheepers.

The Giant-killer and his Dog (Bluebeard)
Will D. Scheepers (1913-1990)

Naam Overig in Tekst

Blauwbaard    Blauwbaard   

Labberdoes    Labberdoes   

Oost-Indisch    Oost-Indisch   

Van Houten    Van Houten   

Naam Locatie in Tekst

Labruyere    Labruyere   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21