Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OMATT0180_0181_18656 - Toverheks prikt in een kusje en een kind lijdt.

Een sage (mondeling), (foutieve datum)

Hoofdtekst

‘k he zo een meiske van acht jaar dood en ‘k ware van mijn derde kind in positie (verwachting). En al mee ne keer, da was binst d’hogemesse, ‘k zal ’t nooit vergeten, da’k thuis ware en den dikken Gellick staat aan de deure mee twee geten. Ze zegt: "Wilde mij ’t adres geven van Marie." En wat dat ik mee da kind tegengekomen hè, sé… Pak dat da een kuske (kusje) was. Da was just gelijk daje op da kuske zag en da was zo op mijn kind. ’t Een prikje neffens ’t andre; echt jong, d’ene steken effens d’andre. En dat is die hekse die thuis op da kuske steekt en dat is op da kind. Pater Soetaert kwam… me moesten een novene doen van 9 dagen. En omme (als we) gingen gaan slapen, lag da kind neffens ons. En d’en ene keer lagge ‘k ikke van voren en den andre keer mijn moeder. En da kind stond neffens mij en ot (als het) twaalf was schremen (wenen) en doen en dat de stopen kreeg (stuipen). En me moesten een flasse een endeke en een lijveken hebben en ‘k moste ’t dat aandoen en van 9 dagen nie afdoen. En ok (als ik) de doeken wastige, d’er een druppelken opdoen; in ’t eten een druppelke doen en alle dagen zegenen. En de laatsten dag moedre zegt: "Augusta, laat mij van voren slapen." En ze hee zo ne klets (slag) gekregen op haar kake (wang) dasse haast tegen de muur vloge en z’en dierf het haast nie zeggen. Dat he’k ik tegen gekomen en dat is echt gebeurd.

Onderwerp

SINSAG 0531 - Peinhexe quält einen Menschen mit einer Puppe, in welche sie Nadeln steckt.    SINSAG 0531 - Peinhexe quält einen Menschen mit einer Puppe, in welche sie Nadeln steckt.   

Beschrijving

Een moeder wiens dochtertje op achtjarige leeftijd was gestorven, was zwanger van haar derde kind. Tijdens de hoogmis kreeg de moeder bezoek van een toveres met twee geiten, die iemands adres kwam vragen. het kindje van die moeder heeft veel geleden. Het leek wel alsof het kindje overal met spelden werd geprikt. Wanneer de toveres thuis spelden in een kussentje stak, werd het kind door de spelden geprikt. De moeder liet een pater komen, die haar de raad gaf om een noveen te doen. Gedurende die negen dagen moest het kind altijd hetzelfde hemdje dragen. Wanneer de luiers van het kind gewassen werden, moest men er altijd een druppeltje wijwater op doen. Iedere nacht werd het kind om twaalf uur wakker. Het begon dan te huilen en kreeg de stuipen. Tijdens de laatste nacht van de noveen, sliep de grootmoeder naast het bed van het kindje. De grootmoeder kreeg die nacht een oorveeg, waardoor ze bijna tegen de muur vloog.

Bron

O. Mattheeuws, Leuven, s.d.

Commentaar

2.1 Heksen
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
284
memoraat

Naam Locatie in Tekst

Beernem    Beernem