Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

TAMB008 - De slechte Matroos.

Een mop (kluchtboek), 1659

Hoofdtekst

De slechte Matroos.
Daer was een Matroos, heel eenvoudigh en slecht, doch niet te min onwilligh, de welcke varen naer Oost-Indien, om sijn hardneckigheydt, al vry wat in 't quaedt blaedtje stondt, soo dat hy ten leste het vry wat verkervende, verweesen wierd, voor de Mast te staen, en van elck Boods-gesel (volgens het gemeene gebruyck) een slagh t'ontfangen, daer het dickste vleys is, het welck niet gheschiedt op het bloote vel, maer op een dun broekje, datse dan altijdt aen hebben, De verweezene dan siende, dat hy deesen stoot moest uyt-staen, keeck eens heel bedrucktelijck te rugge, het welck den Commandeur siende, soo vraeghde hy hem, of hy daer yets tegen hadde? (willende seggen: oft hy oock meynde, datmen hem onrecht dede? neen Heer, antwoorde hy, seer eenvuldigh, niet anders, als een teerig broekje, 't welck den Commandeur soo bewoogh, dat hy voor dese reys hem noch vry schold.

Beschrijving

Een matroos krijgt op het schip voor straf slaag op het achterwerk. Hij draagt daarbij een dun broekje. Als de matroos achterom kijkt, vraagt de commandant of hij er iets tegen heeft (nl. tegen de straf). De matroos antwoordt: alleen een dun broekje (nl. om de slagen tegen te houden).

Bron

Jan Pietersz. Meerhuysen, De geest van Jan Tamboer of Uytgeleeze stoffe voor de klucht-lievende ionckheydt, Amsterdam, 1659, drie delen

Commentaar

1659

Naam Locatie in Tekst

Oost-Indië    Oost-Indië   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:22