Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

TAMB043 - Milde kaarigheyt van een Boer.

Een mop (kluchtboek), 1659

Hoofdtekst

Milde kaarigheyt van een Boer.
Een Boer, in een Barbiers winckel geschooren werdende, sagh een ander, diensjaergelt verscheenen was, een Rijxdaalder aen den Meester geven, den Boer, meenende, dat dit voor een reys te scheeren was, wist qualijck raet, om sich hier na te voegen: vermids hy niet [p. 24] meer, dan een enckel stuck van achten in sijn sak had. Evenwel besluyt nemende, haelt het stuck van achten uyt sijn sack, en gheschooren zijnde, smijt het selve op de Vloer, en loopt al zijn best deur. De Meester, het gelt opgerapt hebbende, loopt ylinghs ter deuren uyt, en roept, Huys-man, Huys-man, hoort hier, ghy geeft te veel, ghy moet gelt weerom hebben. Den Boer, te meer voort loopende, riep: Het ander dubbeltje sal ick daer nae wel gheven. Meenende dat hy juyst een Rijxdaalder had moeten geven, om dat den ander voor sijn jaer tijdt soo veel gegeven hadde.


Beschrijving

Een boer laat zich scheren en ziet iemand een rijksdaalder betalen. Zoveel geld heeft hij niet bij zich en wanneer hij klaar is, gooit hij wat geld op de grond en gaat snel naar de deur. Hij blijkt alsnog teveel betaald te hebben.

Bron

Jan Pietersz. Meerhuysen, De geest van Jan Tamboer of Uytgeleeze stoffe voor de klucht-lievende ionckheydt, Amsterdam, 1659, drie delen

Commentaar

1659

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:22