Hoofdtekst
Van Duimke (Doemke).
Klein Duimpje had in den stal het vee gevoederd, maar was zoo onvoorzichtig geweest voor de koeien in het hooi te gaan slapen. Dit had het noodlottig gevolg dat een der koeien hem naar binnen slokte. Toen nu de meid de koe kwam melken riep Duimpje telkens:
"Koetje, koetje, strol, strol, strol,
Geef de meid een emmer vol."
Zoodra de meid dat hoorde liep ze verschrikt weg. Maar toen de knecht, en vervolgens de vrouw en de boer zelf, de koe probeerden te melken, zong Duimpje weer:
"Koetje, koetje, strol, strol, strol.
Geef den knecht (de vrouw enz.) een emmer vol."
Toen dacht men niet anders of de koe was betooverd en de boer besloot het beest te slachten. Maar hoe men het ook van binnen bekeek, men zag niets bijzonders. De reden daarvan was dat Duimpje in de pens van het dier zat en dat men deze met andere ingewanden naar buiten had geworpen. Juist ging er een hond voorbij, die honger had en die daarom de pens met Duimpje er in naar binnen schrokte. Dat beviel Duimpje in 't geheel niet en hij riep: "Wat zit ik hier benauwd en wat stinkt het hier." Toen probeerde hij om er uit te komen en stak zijn hand van onder den staart van het dier naar buiten en kroop zoo weer te voorschijn.
Klein Duimpje had in den stal het vee gevoederd, maar was zoo onvoorzichtig geweest voor de koeien in het hooi te gaan slapen. Dit had het noodlottig gevolg dat een der koeien hem naar binnen slokte. Toen nu de meid de koe kwam melken riep Duimpje telkens:
"Koetje, koetje, strol, strol, strol,
Geef de meid een emmer vol."
Zoodra de meid dat hoorde liep ze verschrikt weg. Maar toen de knecht, en vervolgens de vrouw en de boer zelf, de koe probeerden te melken, zong Duimpje weer:
"Koetje, koetje, strol, strol, strol.
Geef den knecht (de vrouw enz.) een emmer vol."
Toen dacht men niet anders of de koe was betooverd en de boer besloot het beest te slachten. Maar hoe men het ook van binnen bekeek, men zag niets bijzonders. De reden daarvan was dat Duimpje in de pens van het dier zat en dat men deze met andere ingewanden naar buiten had geworpen. Juist ging er een hond voorbij, die honger had en die daarom de pens met Duimpje er in naar binnen schrokte. Dat beviel Duimpje in 't geheel niet en hij riep: "Wat zit ik hier benauwd en wat stinkt het hier." Toen probeerde hij om er uit te komen en stak zijn hand van onder den staart van het dier naar buiten en kroop zoo weer te voorschijn.
Onderwerp
AT 0700 - Tom Thumb   
ATU 0700 - Thumbling   
Beschrijving
Duimpje was in het hooi in slaap gevallen en opgevreten door een koe en zong:
"Koetje, koetje, strol, strol, strol,
Geef de meid een emmer vol."
De boer laat de koe slachten en de pens met Duimpje erin weggooien, maar een hond slokt die op. Toch weet Duimpje weer uit de hond te komen.
"Koetje, koetje, strol, strol, strol,
Geef de meid een emmer vol."
De boer laat de koe slachten en de pens met Duimpje erin weggooien, maar een hond slokt die op. Toch weet Duimpje weer uit de hond te komen.
Bron
G.J. Boekenoogen 'Nederlandse sprookjes en vertelsels' in: Volkskunde 13 (1901), p. 113 N°1 var.
Commentaar
eind 19e eeuw
Tom Thumb
Naam Overig in Tekst
Klein Duimpje   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20