Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

BOEKV029 - Van den boer die zijn koe aan Sint-Antonius verkocht.

Een sprookje (), 1894

Default_a_cow_standing_in_an_empty_church_1.jpg
DALL·E 2023-05-17 21.19.31 - painting of a cow standing in a church.png

Hoofdtekst

Van den boer die zijn koe aan Sint-Antonius verkocht.

Er was eens een heel domme boer die een schrandere vrouw had. Zij regeerde het huis, kocht en verkocht, regelde de werkzaamheden van de boerderij en zorgde dat alles goed bleef gaan. Maar op zekeren dag bezeerde zij haar voet, zoodat ze niet meer loopen kon en dus in huis moest blijven. Nu hadden ze een koe die verkocht moest worden en er zat dus niets anders op dan dat de boer er mee naar de markt zou gaan. Ze woonden wel een paar uur van de markt af en Hannes moest dus al vroeg op weg. Maar vooraf, al dagen te voren, had zijn vrouw hem aan het verstand gebracht hoe hij handelen moest als er kooplui naar de koe kwamen kijken. "Ge moet vooral niet veel praten," zei ze, "want dan merken ze hoe dom ge zijt. Ook moet ge niets te maken willen hebben met kooplui die veel praten, want praters zijn geen koopers. En zorg vooral dat ge de koe niet voor minder dan 160 gulden verkoopt; willen ze dien prijs niet besteden breng het beest dan weer terug, maar doe uw best het te verkoopen, want we hebben geld noodig voor de pacht. Och," zuchtte ze, "kon ik zelf maar gaan! Wat is het toch een last als men zoo'n dommen man heeft!"
Die laatste opmerking trok Hannes zich wel wat aan en hij nam zich stellig voor om zoo te handelen dat zijn vrouw tevreden over hem zou zijn. Hij trok dus op den bepaalden dag naar de markt. Het was een drukke marktdag en er waren veel liefhebbers voor zijn koe. Het beest werd bevoeld en betast, maar de kooplui waren drukke praters en dat stond Hannes niet aan. Zij boden geld, maar ze maakten daarbij lawaai en het boertje wilde dus niets van hen weten, want hij dacht aan de woorden van zijn vrouw: "Praters zijn geen koopers." Hannes was stom als een visch en als men hem vroeg, wat hij dacht van hun bod, dan schudde hij het hoofd en zei alleen: "Je kunt de koe niet krijgen." De kooplui dropen dus af en het boertje bleef eindelijk zoo wat alleen op de markt over. "Ja," dacht hij, "nu moet ik toch weer op huis aan. Kooplui die niet praten komen er toch niet; maar wat zal het wijf zeggen als ik de koe weer thuis breng. Ze zal me weer voor een domkop uitmaken en toch heb ik juist gedaan wat ze gezegd heeft."
Zoo wandelde Hannes dan met zijn koe naar huis. Onderweg kwam hij door een dorpje en langs een kerkje dat juist openstond. "Wel ja," dacht hij, "daar wil ik eens een kijkje nemen; misschien vind ik daar nog een koopman." Nu was er juist dien dag een bedevaart geweest naar het beeld van Sint-Antonius dat in die kerk stond, en daarom was de deur nog open. Maar het was al zoo laat dat er niemand meer in de kerk was. Het boertje ging met zijn koe naar binnen en bond het beest aan een kerkbank vast. Hij zelf liep door, want hij had daar iemand gezien die heel stil stond en geen woord sprak, namelijk het beeld van Sint-Antonius. Dit stond op een verhooging tegen den muur en Sint-Antonius had een gewone monnikspij aan en een varken naast zich. Nu was Hannes bijna nooit in een kerk geweest en hij wist niets van die beelden af. Hij zag Sint-Antonius dus voor een levenden varkenskoopman aan, en dacht: "Als hij varkens koopt zal hij mijn koe ook wel willen hebben. Bovendien is hij heel bedaard en hij spreekt geen woord: zoo'n koopman moet ik juist hebben." Hij ging dus vlak voor het beeld staan, knikte eens en zei: "Kom er eens af, vrind, dan zal ik u mijn koe verkoopen. Daar ginds staat ze. 't Is een best beest!" Maar alles bleef stil. "Een prater zijt ge niet," zei Hannes; "maar goed, als ge liever uw gemak houdt, blijf daar dan maar staan en zeg maar zoo wat ge voor het beest wilt geven." Alles bleef stil. "Nou, zwijg dan maar, want veel praten daar houdt het wijf niet van. Knik maar ja of neen als ik den prijs zeg, dien het beest moet kosten. Wilt gij het hebben voor 160 gulden?" Maar Sint-Antonius antwoordde niet, en hij knikte ook niet. Toen werd de boer kwaad. Hij nam zijn stok en sloeg Sint-Antonius dat hij op zijn voetstuk waggelde; en, kijk! daar viel een zak met geld voor Hannes zijn voeten op den grond neer. "Zie zoo," zei hij, "dat wist ik wel dat ge mijn koe zoudt koopen; hadt maar gesproken, dan had ik u niet geslagen."
Tevreden nam hij het geld op en ging er mee de kerk uit, en zoo kwam hij thuis. Hij wierp de vrouw het geld in haar schoot en zei: "Zie zoo, mij dunkt ge zult nu niet meer zeggen dat Hannes dom is!" De vrouw telde het geld en telde wel vijfhonderd gulden. Ze was een en al verbazing en vroeg hoe Hannes het wel had aangelegd om zooveel geld voor de koe te krijgen en hoe de koopman er wel uitzag, want ze kon maar niet begrijpen hoe de menschen zoo gul en Hannes zoo slim geworden waren. Hannes vond maar het best om niet te veel van het gebeurde in de kerk te vertellen, want hij dacht: "Als ik haar vertel dat ik den koopman afgeranseld heb dan zal het er niet pluis zijn." Hij zei dus alleen, dat het een varkenskoopman was en dat hij hem den geldzak zonder verder loven of bieden voor de voeten geworpen had. En daar bleef het bij.
Niet lang nadat Hannes de kerk uitgegaan was, kwam de koster om de deur te sluiten. Toen vond hij daar een koe aan de bank gebonden en hij begreep er niets van. Maar hij zag ook dat er wat gebeurd was met het beeld van Sint-Antonius, en toen sloeg hem de schrik om het hart, want achter het beeld bewaarde hij zijn spaarduitjes. En jawel, het bleek dat die waren verdwenen. Hij had lang gespaard om zooveel geld bij elkaar te krijgen en meende dat het daar veilig was; en nu was alles weg. En dan een koe in de kerk! Hij dacht al aan een mirakel, want van zulke vreemde dingen had hij nooit gehoord. Hij besloot dus den pastoor te waarschuwen, maar die kon er ook geen touw aan vastknoopen. Dieven die geld stelen zijn niet gewoon er wat anders voor in de plaats te geven. Eindelijk bedachten ze dat er markt geweest was. De koe was dus misschien gestolen en nu hier in de kerk achtergelaten omdat de dief zich ontdekt achtte; maar hoe hij daarbij het geld van den koster gevonden had dat begrepen ze niet. "Ja," zei de pastoor, "ga nu maar gauw naar den veldwachter; misschien kan die dan den dief nog achterhalen." Maar dat wou de koster niet. "De zaak moet stil blijven, want als mijn vrouw het wist, zou ze mij nog uitlachen op den koop toe en ik kon nooit meer iets besparen, want mijn vrouw breekt het geld met hamers." "Nu," zei de pastoor, "neem dan de koe mee naar huis en zeg aan uw vrouw dat het een present van mij is, dan hebt ge toch iets van het verloren geld."
Zoo gezegd, zoo gedaan. De koster kwam met de koe thuis en zijn vrouw was heel verwonderd over zoo'n groot geschenk, vooral ook omdat de pastoor anders zuinig was en er zelf ook niet al te breed bij zat, maar de koster nam allen twijfel weg door te zeggen dat ze het dan maar zelf aan den pastoor moest vragen. De koe werd dus op stal gezet en de vrouw had schik in het beest en zij zorgde er goed voor. Zij kreeg zin in het werk en in plaats van koffiepartijtjes te houden of de buurt af te loopen was ze gedurig met de koe bezig. De koe gaf veel melk, want het was een best beest, en de vrouw die vroeger maar onnadenkend geld uitgaf werd spaarzaam nu ze zag dat het moeite kostte om wat te verdienen. Zoo hadden ze weldra geld genoeg overgespaard om een tweede koe te koopen, toen kochten ze een stukje land en op 't oogenblik is de koster een welgesteld man met een heelen stal met vee en veel land.
Ook de boerderij van Hannes ging goed vooruit toen de vrouw over wat meer geld te beschikken had en sedert dien tijd durfde ze hem nooit meer verwijten dat hij dom was, al was hij ook niet snuggerder dan vroeger.
En zoo waren er twee huishoudens gelukkig geworden door dat verkoopen van die koe aan Sint-Antonius

Onderwerp

AT 1643 - The Broken Image    AT 1643 - The Broken Image   

ATU 1643 - Money inside the Statue    ATU 1643 - Money inside the Statue   

Beschrijving

Een domme boer heeft een slimme vrouw, die alles regelt. Op een keer is zij echter ziek en moet de boer naar de markt om een koe te verkopen. De vrouw waarschuwt haar man voor kopers met veel praatjes, maar de boer verkoopt de koe zelfs aan niemand. Op de terugweg loopt hij een kerk binnen en daar ziet hij een heiligenbeeld met een varken. De boer denkt echter dat het een veekoopman zonder praatjes is. Hij probeert de koe te verkopen, maar het beeld zegt niets terug. Boos geworden slaat de boer het beeld om. Achter het beeld zit een zak met geld. De boer denkt nu dat de koop rond is en gaat naar huis. Zijn vrouw is trots op hem. Nu zijn ze uit de geldzorgen. In de kerk bemerkt de koster echter dat zijn spaarcentjes weg zijn. Hij neemt de koe noodgedwongen mee naar huis. Zijn vrouw, die daarvoor niets deed, behalve geld uitgeven, verzorgt de koe en verdient zelfs geld ermee. Nu gaat het zowel de koster als de domme broer goed.

Bron

G.J. Boekenoogen 'Nederlandse sprookjes en vertelsels' in: Volkskunde 14 (1902), pp. 238-241 N°23

Commentaar

1894
Mevrouw Cornelis heeft het verhaal van haar grootmoeder gehoord. Vgl. CBOEK047; SINVS045
The Broken Image

Naam Overig in Tekst

Sint Antonius    Sint Antonius   

Hannes    Hannes   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20