Hoofdtekst
Tweemaal bedrogen.
Er was ereis een veldmaarschalk en die was schatrijk. Hij woonde in een heel groot huis en er stonden natuurlijk schildwachts voor de deur, zoodat er niemand in of uit kon of ze moesten eerst heurlui voorbij.
Maar wat gebeurt? Op een goeien dag gaat hij slapen en daar weet een kerel, een dief, toch bij hem te komen. En wat doet die? Hij haalt een beurs met goud onder het hoofdkussen vandaan, trekt toen de kleeren van den maarschalk aan en gaat naar de deur. Daar roept hij de wachts en zegt dat ze moeten inspannen. Dat gebeurde natuurlijk, want ze dachten niet anders of het was hun overste. De dief stapt dus heel deftig in en rijdt weg.
Nou, je begrijpt dat er 's ochtends wat zwaaide, want de dief kwam natuurlijk niet weerom en het rijtuig evenmin. Maar omdat de wachts volhielden dat ze goed uitgekeken hadden, liet de maarschalk bekend maken dat de dief verzocht werd het nog eens te komen doen, opdat hij zou kunnen zien of de wachts het konden helpen of niet. Hij beloofde dat de dief geen straf zou krijgen, maar een goede belooning.
En jawel, de dief ging er op in en berichtte dat hij den volgenden nacht zou komen.
Toen zette de maarschalk nieuwe wachten voor het huis, die van niets afwisten, maar opdracht kregen dat ze goed moesten uitkijken. De maarschalk zelf bleef op en legde een pop in bed, en alles was verder zooals de vorige keer.
Op den bepaalden tijd kwam de dief werkelijk aan. De maarschalk zag hem, maar de wachters hadden geen erg in hem, zoodat hij op een gunstig oogenblik wist binnen te komen; toen haalde hij de beurs onder het hoofdkussen vandaan, trok de uniform aan en kwam buiten. De maarschalk liet hem natuurlijk begaan. Toen riep hij om in te spannen en dit gebeurde ook, maar voordat de maarschalk er aan dacht te waarschuwen zat de dief al in het rijtuig en reed weg, om nooit weer terug te komen natuurlijk. En zoo was de generaal voor de tweede maal gefopt.
Er was ereis een veldmaarschalk en die was schatrijk. Hij woonde in een heel groot huis en er stonden natuurlijk schildwachts voor de deur, zoodat er niemand in of uit kon of ze moesten eerst heurlui voorbij.
Maar wat gebeurt? Op een goeien dag gaat hij slapen en daar weet een kerel, een dief, toch bij hem te komen. En wat doet die? Hij haalt een beurs met goud onder het hoofdkussen vandaan, trekt toen de kleeren van den maarschalk aan en gaat naar de deur. Daar roept hij de wachts en zegt dat ze moeten inspannen. Dat gebeurde natuurlijk, want ze dachten niet anders of het was hun overste. De dief stapt dus heel deftig in en rijdt weg.
Nou, je begrijpt dat er 's ochtends wat zwaaide, want de dief kwam natuurlijk niet weerom en het rijtuig evenmin. Maar omdat de wachts volhielden dat ze goed uitgekeken hadden, liet de maarschalk bekend maken dat de dief verzocht werd het nog eens te komen doen, opdat hij zou kunnen zien of de wachts het konden helpen of niet. Hij beloofde dat de dief geen straf zou krijgen, maar een goede belooning.
En jawel, de dief ging er op in en berichtte dat hij den volgenden nacht zou komen.
Toen zette de maarschalk nieuwe wachten voor het huis, die van niets afwisten, maar opdracht kregen dat ze goed moesten uitkijken. De maarschalk zelf bleef op en legde een pop in bed, en alles was verder zooals de vorige keer.
Op den bepaalden tijd kwam de dief werkelijk aan. De maarschalk zag hem, maar de wachters hadden geen erg in hem, zoodat hij op een gunstig oogenblik wist binnen te komen; toen haalde hij de beurs onder het hoofdkussen vandaan, trok de uniform aan en kwam buiten. De maarschalk liet hem natuurlijk begaan. Toen riep hij om in te spannen en dit gebeurde ook, maar voordat de maarschalk er aan dacht te waarschuwen zat de dief al in het rijtuig en reed weg, om nooit weer terug te komen natuurlijk. En zoo was de generaal voor de tweede maal gefopt.
Onderwerp
AT 1525A - Theft of Dog, Horse, Sheet or Ring 
AT 1525A - Theft of Dog, Horse, Sheet or Ring 
ATU 1525A - Tasks for a Thief
ATU 1525A - Tasks for a Thief
Beschrijving
Een veldmaarschalk is zo rijk dat hij schildwachten voor de deur heeft staan. Op een nacht weet toch een dief zijn slaapkamer binnen te dringen. De dief haalt een beurs met goud onder zijn kussen vandaan en kleedt zich in het uniform van de veldmaarschalk. Dan geeft hij de wachters opdracht om het rijtuig in te spannen, en vervolgens rijdt hij weg. Aangezien de wachters volhouden goed te hebben opgelet, zet de veldmaarschalk een advertentie waarin hij de dief uitnodigt nogmaals in te breken. Hij zal een beloning krijgen, en geen straf. De veldmaarschalk legt een pop in zijn bed en wacht af. De dief breekt weer in, haalt een beurs met goud onder het kussen vandaan, kleedt zich als de veldmaarschalk en verdwijnt weer op dezelfde wijze. De dief keert echter niet terug voor zijn beloning. En zo heeft de dief de veldmaarschalk tweemaal te grazen genomen.
Bron
G.J. Boekenoogen 'Nederlandse sprookjes en vertelsels' in: Volkskunde 18 (1906), pp. 92-93 N°90
Commentaar
[25 april] 1902
vgl. CBAK0300
Theft of Dog, Horse, Sheet or Ring
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20