Hoofdtekst
Dwergen
Een meisje klopt 's avonds laat bij vreemde menschen aan, en vraagt huilend haar toch om Godswil den weg naar huis te wijzen.
Uren geleden is ze van een bezoek aan familie, langs een bekende weg, die ze wel honderd maal geloopen heeft, teruggekeerd. 't Is anders maar een afstand van een uur en nu is ze al zoo lang onderweg dat het pikkedonker is, en ze niet meer weet waar ze loopt.
De oude menschen hebben medelij met haar, ze steken een lantaren op, en slaan een kruisken om den als te verjagen, voor ze haar terugbrengen op den goeden weg. Daar was ze een heel eind van verloren geloopen.
Een meisje klopt 's avonds laat bij vreemde menschen aan, en vraagt huilend haar toch om Godswil den weg naar huis te wijzen.
Uren geleden is ze van een bezoek aan familie, langs een bekende weg, die ze wel honderd maal geloopen heeft, teruggekeerd. 't Is anders maar een afstand van een uur en nu is ze al zoo lang onderweg dat het pikkedonker is, en ze niet meer weet waar ze loopt.
De oude menschen hebben medelij met haar, ze steken een lantaren op, en slaan een kruisken om den als te verjagen, voor ze haar terugbrengen op den goeden weg. Daar was ze een heel eind van verloren geloopen.
Onderwerp
SINSAG 0171 - Alf lässt einen irregehen.   
Beschrijving
Een meisje, dat in het donker verdwaald is, klopt bij 'n huis aan en wordt door de bewoners op weg geholpen.
Bron
J.R.W. en M. Sinninghe: Zeeuwsch sagenboek. Zutphen 1933, p. 17
Commentaar
voor 1930
Alf lässt einen irregehen.
P. A. Eggermont, in: Eigen Volk II (1930), 178-179
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20