Hoofdtekst
Het gesmokkelde schaap
Een vermakelijke historie verklaart hoe de Dordtenaren aan hun bijnaam 'schapekoppen' zijn gekomen. Ze delen die naam met de bewoners van Zierikzee. Maar die weten, evenmin als de Schouwenaars uit de omtrek, hoe ze aan deze betiteling zijn gekomen. Maar die van Dordrecht weten dat wel. En al is het niet helemaal eervol als je 'schapekop' genoemd wordt, ze kunnen er met smaak over vertellen. Luister maar hoe een moeder het deed ten overstaan van haar dierbare kinderen, al in de vorige eeuw.
Er was eens een Dordtse slager die graag een schaap wou smokkelen. Hij kocht zo'n beestje bij een boer, trok het een japon aan en zette het - naar de mode van de tijd - een grote korfhoed op. En toen, 's avonds, ging hij met zijn zoon ermee op pad.
Dichtbij het douanehuisje aan de rand van de stad gekomen, namen ze het schaap tussen zich in, lieten het op de achterpoten lopen en drukten elk een voorpoot stevig in hun arm. Zo hoopten ze het kantoortje veilig te kunnen passeren. Maar juist toen ze voorbijgingen, verstoorde een luid 'bè, bè, bè!' de stilte. En toen waren ze er natuurlijk gloeiend bij.
En het was hun eigen domme schuld. Want ze hadden, op het kritieke ogenblik, het vermomde dier toegesproken met: 'Juffrouw, stoot je teentjes niet.' Een welopgevoed schaap, als juffer gekleed, geeft in zo'n geval beleefd antwoord. En ze doet dat in haar eigen taal: 'Bè, bè, bè!'
Volgens sommigen zou de geschiedenis zich bij het Sluikveer aan de Dordtse wal tegenover Zwijndrecht hebben afgespeeld. Ja, zeggen ze, het schaap was in een zak verborgen geweest. Dat van het Sluikveer komt me wel goed voor; maar dat van die zak geloof ik niet - een schaap als juffer uitgedost is veel mooier!
Hoe is deze grap aan het oud-eerwaardige Dordrecht verbonden? Wel, volgens een wasechte Dordtenaar die veel over zijn stad heeft nagedacht, mag men de bijnaam 'schapekoppen'verklaren uit de schaapachtige Dordtse uitspraak van de lange ij. Ze maken er daar nog altijd, ook in deze tijd van televisie en onderwijs zoiets als een è van, zodat vijfenvijftig tennaastebij als vèfenvèftig ten gehore gebracht wordt. En toen de Dordtenaren eenmaal schapekoppen heetten, verbond zich daaraan zonder moeite de rondzwervende grap van het gesmokkelde schaap, welk dier elders in den lande een kalf of een varken pleegt te zijn.
Een vermakelijke historie verklaart hoe de Dordtenaren aan hun bijnaam 'schapekoppen' zijn gekomen. Ze delen die naam met de bewoners van Zierikzee. Maar die weten, evenmin als de Schouwenaars uit de omtrek, hoe ze aan deze betiteling zijn gekomen. Maar die van Dordrecht weten dat wel. En al is het niet helemaal eervol als je 'schapekop' genoemd wordt, ze kunnen er met smaak over vertellen. Luister maar hoe een moeder het deed ten overstaan van haar dierbare kinderen, al in de vorige eeuw.
Er was eens een Dordtse slager die graag een schaap wou smokkelen. Hij kocht zo'n beestje bij een boer, trok het een japon aan en zette het - naar de mode van de tijd - een grote korfhoed op. En toen, 's avonds, ging hij met zijn zoon ermee op pad.
Dichtbij het douanehuisje aan de rand van de stad gekomen, namen ze het schaap tussen zich in, lieten het op de achterpoten lopen en drukten elk een voorpoot stevig in hun arm. Zo hoopten ze het kantoortje veilig te kunnen passeren. Maar juist toen ze voorbijgingen, verstoorde een luid 'bè, bè, bè!' de stilte. En toen waren ze er natuurlijk gloeiend bij.
En het was hun eigen domme schuld. Want ze hadden, op het kritieke ogenblik, het vermomde dier toegesproken met: 'Juffrouw, stoot je teentjes niet.' Een welopgevoed schaap, als juffer gekleed, geeft in zo'n geval beleefd antwoord. En ze doet dat in haar eigen taal: 'Bè, bè, bè!'
Volgens sommigen zou de geschiedenis zich bij het Sluikveer aan de Dordtse wal tegenover Zwijndrecht hebben afgespeeld. Ja, zeggen ze, het schaap was in een zak verborgen geweest. Dat van het Sluikveer komt me wel goed voor; maar dat van die zak geloof ik niet - een schaap als juffer uitgedost is veel mooier!
Hoe is deze grap aan het oud-eerwaardige Dordrecht verbonden? Wel, volgens een wasechte Dordtenaar die veel over zijn stad heeft nagedacht, mag men de bijnaam 'schapekoppen'verklaren uit de schaapachtige Dordtse uitspraak van de lange ij. Ze maken er daar nog altijd, ook in deze tijd van televisie en onderwijs zoiets als een è van, zodat vijfenvijftig tennaastebij als vèfenvèftig ten gehore gebracht wordt. En toen de Dordtenaren eenmaal schapekoppen heetten, verbond zich daaraan zonder moeite de rondzwervende grap van het gesmokkelde schaap, welk dier elders in den lande een kalf of een varken pleegt te zijn.
Onderwerp
AT 1525H* - The Theft of Sheep   
ATU 1525M - The Sheep in the Cradle   
Beschrijving
Versies over de herkomst van de spotnaam voor inwoners van Dordrecht.
Bron
Tj.W.R. de Haan: Nederlandse Volkssprookjes. 2e dr. Utrecht [etc.] 1977, p. 157-158
Naam Overig in Tekst
Schapekop   
Dordtse Wal   
Sluikveer   
Schouwenaar   
Dordts   
Dordtenaar   
Naam Locatie in Tekst
Dordrecht   
Zierikzee   
Zwijndrecht   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20