Hoofdtekst
Dirck Victorijn kreeg questie in een herreberg, soodat sijn partij hem voor deur eyschte en met een groote ongestuymigheyt vooruyt stapte. Victorijn sag hem soo ras niet voor de deur of hij nam sijn slagh waer en bonsde deselve toe sonder het grendelen te vergeeten. Den ander baerde als een baerlijcke duyvel, maer Victorijn ging soetjes in 't venster leggen. R. 'Jou hondt, komt er uyt. Jou poltron, komt er uyt. Heb je 't hart, ick sal u een veeg in je muyl geven datter de tong door hangen sal.' R. 'Souw je waerachtig, dan blijf ick liever de gansche nacht hier. Goedenacht vriend.'
Beschrijving
Dirck Victorijn kreeg ruzie in een herberg en werd uitgedaagd om naar buiten te komen. Toen zijn tegenstander buiten was deed Victorijn de deur dicht en op slot. De andere werd woedend en sommeerde Dirck naar buiten te komen, dan zou hij hem een klap in zijn gezicht geven. Daarop zei Dirck dat hij dan liever de hele nacht binnen bleef.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Dirck Victorijn   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20