Hoofdtekst
EEN HERTOGIN ALS DIEVEGGE.
De hertogin Gerberga, echtgenoote van Gijselbrecht van Lotharingen, die op zekeren dag de schatkamer van Sint Servatius bezocht, schepte bijzonder behagen in een allerkostbaarsten zijden doek, haar getoond. Daar de gelegenheid gunstig scheen, verstoutte zij zich in haar vrouwelijke lichtzinnigheid, den doek mee te nemen en er zich een kleed van te laten maken. Het feest van Sint Servatius naderde, Niet weinig trotsch op haar prachtig kleedingstuk, dat de bewondering der menigte zou opwekken, en bij voorbaat zich verheugend over den luister, dien zij ten toon spreiden zou, verscheen zij 's morgens in de kerk. Gedurende de H. Mis overviel een diepen slaap de hertogin; in een droom zag zij St. Servaas gezeten op een gouden troon en omgeven van een menigte heiligen. Beangstigd door dit gezicht, wilde zij tot den Heilige gaan en voor diens voeten nederknielende vergiffenis vragen. Plotseling kwam er evenwel een vreeselijke zwarte man op haar toe, die haar slagen gaf "over rugghe en over sijden"; hij wilde haar het gestolen gewaad uittrekken. Doodelijk verschrikt, riep zij St. Servatius ter hulp; deze kwam, bood haar genadig de hand en redde haar uit den nood. In haar droom had de hertogin echter hardop in de kerk geroepen; daardoor was groote opschudding ontstaan onder de menigte. Gerberga, inmiddels zelf ontwaakt, toonde nu oprecht berouw en beleed voor heel het volk haar booze daad. Tot boete schonken Gijselbrecht en Gerberga aan het kapittel van St. Servaas vele goederen.
De hertogin Gerberga, echtgenoote van Gijselbrecht van Lotharingen, die op zekeren dag de schatkamer van Sint Servatius bezocht, schepte bijzonder behagen in een allerkostbaarsten zijden doek, haar getoond. Daar de gelegenheid gunstig scheen, verstoutte zij zich in haar vrouwelijke lichtzinnigheid, den doek mee te nemen en er zich een kleed van te laten maken. Het feest van Sint Servatius naderde, Niet weinig trotsch op haar prachtig kleedingstuk, dat de bewondering der menigte zou opwekken, en bij voorbaat zich verheugend over den luister, dien zij ten toon spreiden zou, verscheen zij 's morgens in de kerk. Gedurende de H. Mis overviel een diepen slaap de hertogin; in een droom zag zij St. Servaas gezeten op een gouden troon en omgeven van een menigte heiligen. Beangstigd door dit gezicht, wilde zij tot den Heilige gaan en voor diens voeten nederknielende vergiffenis vragen. Plotseling kwam er evenwel een vreeselijke zwarte man op haar toe, die haar slagen gaf "over rugghe en over sijden"; hij wilde haar het gestolen gewaad uittrekken. Doodelijk verschrikt, riep zij St. Servatius ter hulp; deze kwam, bood haar genadig de hand en redde haar uit den nood. In haar droom had de hertogin echter hardop in de kerk geroepen; daardoor was groote opschudding ontstaan onder de menigte. Gerberga, inmiddels zelf ontwaakt, toonde nu oprecht berouw en beleed voor heel het volk haar booze daad. Tot boete schonken Gijselbrecht en Gerberga aan het kapittel van St. Servaas vele goederen.
Beschrijving
Een hertogin steelt een zijden doek uit de schatkamer van St. Servatius. Ze maakt er een kleed van waarmee zij gaat pronken in de kerk tijdens het feest van St. Servatius. Tijdens de dienst valt ze in slaap. Ze droomt dat er een zwarte man komt en haar in elkaar slaat. Maar St. Servatius redt haar. Bij het ontwaken toont de hertogin oprecht berouw temidden van de kerkgangers.
Bron
Kemp, Pierre. Limburgs Sagenboek. Gebrs van Aelst. Maastricht, 1925.
Commentaar
1925
Dit verhaal is te vinden in het hoofdstuk 'Historische sagen'.
Naam Overig in Tekst
Gerberga   
Gijselbrecht van Lotharingen   
St. Servatius   
St. Servaas   
Heilige Mis   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20