Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

FAB073 - Onder boerderij Rijperweg ligt schat van Platte Thijs

Een sage (krant), 1959

Melding:

Bestand met auteursrechtelijke informatie of extreme facetten.
De inhoud is afgeschermd, en kan alleen worden geraadpleegd op het Meertens Instituut, of met een account.

Hoofdtekst

Onder boerderij Rijperweg ligt schat van Platte Thijs


De boerderij van Maarten Spaans aan de Rijperweg in de Beemster draagt geen naam. Alleen maar een jaartal, maar dat wijst er dan ook op dat deze boerenplaats al meer dan 200 jaar oud is. Anno 1721 staat er op de voorgevel. Weliswaar dus niet de oudste boerderij in de Beemster, maar oud genoeg om historie te hebben gemaakt. En wat voor historie!
Niemand minder dan het spook “Platte Thijs” was er in gehuisvest. In de schoorsteen nog wel, dus pal boven de plaats, waar in radio- en t.v.-loze tijdperken de boer en zijn gezin zich op de winteravond na gedane arbeid om het haardvuur schaarden, waar de burenvisite werd onthaald op verhandelingen over de stand van het vee, de wintervoorraad, de huisslacht en de laatste nieuwtjes uit de buurt. Kortom, “Platte Thijs" zat vlak boven de plaats waar hij de gesprekken over koetjes en kalfjes kon aanhoren. En meermalen gaf hij zelf aanleiding tot gesprekstof.

Zijn geest huisde in de schoorsteen

Als de najaars- en winterstormen om de hoeve gierden, rammelden aan deuren, vensters en luiken, als de dakpannen roffelden onder hun striemende gesel, dan keken de bewoners elkaar met strakke gezichten aan. Ze hoefden er niets bij te zeggen want ieder van hen wist het: “Platte Thijs" ging weer danig te keer. En als de boer en zijn vrouw zelf op burenvisite waren en de knecht en de meid alleen thuis bleven, dan waagden ze het niet zonder absolute noodzaak naar de stal of de zolder te gaan, want in de stilte van de boerderij hoorden zij het duidelijk: Platte Thijs liep op zolder. Ze hoorden het aan het kraken van de zolderdelen en het gerammel van de koekettingen. Zonder te zien zagen zij zijn gestalte door de stikdonkere stal waren en de koeiekoppen zich naar hem omwenden. Wie was die mysterieuze persoon, die Platte Thijs?
Hoe hij werkelijk heette weten we niet, evenmin als hoe hij aan zijn bijnaam kwam, maar hij hééft bestaan, al moeten we ook op de vraag "wanneer?" het antwoord schuldig blijven. Het moet wel minstens een dikke eeuw geleden geweest zijn en naar de heer G. Köhne te Z.O.-Beemster, kenner van folklore en geschiedenis in dit gewest bij uitstek, ons verhaalde moet Platte Thijs in of bij Hoorn domicilie hebben gehad.

Tientoon én Elfrib
Platte Thijs was een kerel om voor uit de weg te gaan. Hij kende geen onderscheid van mijn en dijn en was nog voor de duivel niet bang. Bij zijn leven moet hij al de schrik van stad en gewest zijn geweest en zijn naam alleen al was voldoende om als stok achter de deur te worden gebezigd, als staande op één lijn met de „Bullebak", de „Tientoon" en de „Elfrib".

De Platte zelf
Het moet eens zijn gebeurd dat in een herberg in Avenhorn, waar behalve „koffij" nog andere geestrijke zaken werden geschonken, een veehandelaar aan het gezelschap rondom de tafel met luider stemme verklaarde dat hij „nog voor Platte Thijs niet bang was". Zijn woorden waren nog maar amper koud of daar stapte Platte Thijs in hoogsteigen persoon de gelagkamer binnen. Z’n entree was voldoende om de boeren rondom de tafel van schrik en angst in elkaar te doen krimpen. Maar hij deed hun niets. Alleen de overmoedige veehandelaar, die met de bierkroes, in de opgeheven hand zijn woorden kracht wilde bijzetten door de kroes dreunend op de tafel te laten neerkomen kon dit voornemen niet ten uitvoer brengen: hij was, doordat Platte Thijs hem bij zijn entree slechts even had aangekeken, verstijfd als een stuk steen. En zo heeft hij urenlang moeten staan, voor straf, omdat hij niet bang was voor de Platte.

Duivelsdienaar
Deze schrikwekkende verschijning heette dus ook al te beschikken over duivelse krachten en machten. Het kon dus niet uitblijven of na zijn dood zou hij blijven rondspoken. Hoe en waarom hij nu eigenlijk in de boerderij aan de Rijperweg terecht is gekomen weten we niet. Maar de overlevering wil nu eenmaal dat zijn geest daar en nergens anders in de schoorsteen ging wonen. Zijn schatten, door stelen en brandstichten verkregen, verborg hij onder de vloer van de kelder. Daar moeten ze dan nog zitten, want noch de heer Spaans, noch zijn vader, noch zijn grootvader nebben ooit pogingen gedaan die er uit te halen. En Platte Thijs zelf, of althans zijn geest? Geen mens die hem ooit meer heeft gezien of gehoord sinds de radio in de boerderij zijn intrede heeft gedaan. Maar nog in de tijd dat de „poepen" op de boerderij kwamen voor de hooibouw waagden die het niet 's nachts op zolder te slapen, want toen was Platte Thijs er nog: de maaiers hadden toch zeker zelf gezien dat de wielen van de wagens op de dars „zo maar van zelf" begonnen te draaien! t Is allemaal al lang geleden, maar wie het ’t laatst verteld heeft leeft nog.

Onderwerp

SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.    SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.   

Beschrijving

In de boerderij aan de Rijperweg te Beemster spookt Platte Thijs. In de kroeg had hij eens een man verstijfd. Zijn schatten, door stelen en roven verkregen, verborg hij in de boerderij. Niemand heeft de schat ooit gevonden.

Bron

In: Nieuwe Noordhollandse Courant, 9 oktober 1959

Commentaar

1959
Andere Tote spuken en SINSAG 0401: Der verborgene Schatz

Naam Overig in Tekst

Platte Thijs    Platte Thijs   

Thijs    Thijs   

J. Worp    J. Worp   

van der Kleut    van der Kleut   

Duitse    Duitse   

Duits    Duits   

Poepen    Poepen   

G. Köhne    G. Köhne   

Maarten Spaans    Maarten Spaans   

Bullebak    Bullebak   

Tientoon    Tientoon   

Elfrib.    Elfrib.   

Naam Locatie in Tekst

Beemster    Beemster   

Platte    Platte   

Rijperweg    Rijperweg   

Erny    Erny   

Noord-Holland    Noord-Holland   

Wormer    Wormer   

Köhne    Köhne   

Purmerend    Purmerend   

Ulo    Ulo   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21