Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WVDCAMP04

Een sprookje (mondeling), vrijdag 20 maart 2009

Hoofdtekst

[1.21.00]

Wat nou zo leuk is aan deze plek hè [Duidt op de Valkhof], deze historische plek, waar we 't eh overblijfselen van de oudste stad van Nederland nog kunnen vinden, jawel. Is, ik weet niet of 't jullie opgevallen is, het contrast. Deze kapel, wat we nog buiten kunnen terugvinden, en dat...het contrast dat vlak hiernaast het gloednieuw, dus eigentijds, gebouw is verschenen. Maar toch met de naam verbonden. Ik bedoel het Valkhofmuseum. Twee heel verschillende plekken, twee stukjes Nijmegen. Het verschil kon niet groter zijn, het contrast eh... Van de ouwe ruïnes, de ouwe plek van Nederland, rest ons niet veel meer dan hier en daar nog iets, de ruïne daarginter en deze kapel, waar we blij mee zijn dat ie er nog is. 'S niet helemaal waar. Op ouwe plekken resten ook nog soms wat andere dingen, die je niet kan zien, maar die der wel zijn. Ik bedoel op plekken met een geschiedenis, daar dwalen nog verhalen rond. Die zijn der. En als je 'ns op een stille middag hier eens heel rustig gaat zitten en je kijkt over de Waal ofzo, dan wil het Valkhof bijvoorbeeld nog weleens z'n verhaal prijsgeven. Zoals bijvoorbeeld kleine sprookje van de schoenmaker van het Valkhof.

Lang geleden toen Nijmegen der nog heel anders uitzag dan nu stonden der hier in de buurt allemaal kleine huisjes langs de Waal en hier waar nu het Valkhof is. En daar woonden eenvoudige mensen, arme mensen. En in één van die huisjes had de schoenmaker een piepklein werkplaatsje. Hij was een goeie vakman maar de mensen waren allemaal arm, en die konden zich niet vaak een paar schoenen veroorloven. De meesten hadden maar één paar, aarzel [Slecht verstaanbaar] helemaal geen. Zodat ie dus ook eh ja nie zoveel verdiende, hij had ook nie zoveel werk. Maar op een dag komt er langs de Waal gelopen een tovenaar. Hij had al heel lang gelopen, want hij hield van wandelen, want dan kon ie ondertussen zo fijn over z'n toverspreuken nadenken. Maar toen ie tot hier was gekomen was ie wel heel erg moe. Z'n voet deed pijn en z'n schoenen waren helemaal op, afgesleten. En net toen ie dacht 'Ik moet toch 's eventjes eh even ergens zitten', staat ie voor 't werkplaatsje van de schoenmaker. Hij deng 'Hey' en hij ging naar binnen. Hij zegt: 'Schoenmaker, kun je voor mij een paar nieuwe schoenen maken.' Dat wou de schoenmaker wel, ja, hij had de hele week nog geen ene klant gehad. En hij zei: 'Dat komt voor elkaar. Gaat u maar rustig zitten op het bankje s...voor het kleine pleintje voor z'n winkeltje.' En de schoenmaker zei: 'Gaat u maar rustig zitten, dan zal ik u de maat nemen.' Nou hij z...was een heel secuur werkje. Want die tovenaar die had lange puntige voeten. En misschien kwam het wel daardoor dat ie no nooit een paar schoenen had gehad die echt lekker zaten. Nou, de schoenmaker zei dat 't helemaal in orde kwam, want hij verstond z'n vak. En hij was niet alleen goeie schoenmaker, maar hij was ook een hele aardige man. En hij bracht de tovenaar een teiltje met fris water, met kruiden uit 't bos der in voor z'n voeten en zegt: 'Gaat u maar fijn zitten en uitrusten.' En hij toog aan 't werk. En hij had er zin in, dat was 's een leuke klus. Want kijk, hij had wel een hoop ideeën, hij had planken vol liggen met mooi leer, allerlei kleuren. Ja die mens...'t waren eenvoudige mensen, die wilden altijd allemaal hetzelfde model van bruin leer. Bruine sandalen, iedereen had 'tzelfde. En daar kon ie nou natuurlijk ook niet zoveel lol aan beleven. 'Maar nou' dacht ie 'ga 'k iets moois maken.' En hij toog fluitend aan 't werk. En hij werkte door, de hele dag door, zonder pauze. En hij deed z'n best. En al die ideeën die die had, nou kon die der 's wat van uitwerken.
En tegen de avond waren de schoenen klaar. En ze waren mooi geworden. Hij had er z'n beste leer in gebruikt, hij had 'r rood en paars en goud in verwerkt. Echt iets voor een tovenaar. je zou kunnen zeggen dat ie z'n hele ziel derin gelegd had. En dat zag de tovenaar. Hij was blij, hij trok ze aan, hij had nog nooit een paar schoenen gehad die zo lekker zaten en ook nog zo leuk uitzagen. Toen die de schoenmaker betaald had met een paar goudstukken, jewel goudstukken, toen zei die: 'Iemand die zulke schoenen kan maken, die verdient een extra beloning.' En van z'n vinger nam hij een ring en die gaf tie aan de schoenmaker. En hij zei: 'Draag die ring, en doe 'm nooit meer af. Zolang als je die ring draagt, zullen de ideeën voor mooie schoenen blijven komen. En de mensen zullen van dichtbij en van veraf komen en iedereen zal jouw schoenen willen dragen. En je zult beroemd worden.' En de tovenaar vertrok op z'n schoenen, en hij liep heerlijk. En 't was zoals tie gezegd had. Uit het hele land, wat zeg ik, van ver over de grenzen, uit de hele wereld kwamen de mensen. Zelfs dansers en toneelspelers, prinsen en prinsessen. En iedereen wilde die schoenen dragen. En hij werd een beroemd man, zoals de tovenaar gezegd had.

Dit was 't sprookje van eh 'et Valkhof. Waar waarn we ook alweer gebleven? Bij 't contrast, ja. We hadden 't over de ruïnes en deze kapel die hier... en dat hiernaast in 't Valkhofmuseum s...op 't ogenblik wel een zeer eigentijdse collectie toont van de kunstwerken van Jan Jansen. De schoenen zijn kunstwerken. Jan Jansen wiens...wiens visitekaartje we overal in de stad op 't ogenblik tegenkomen. Twee heel verschillende plekken. Twee verschillende werelden, en toch zijn ze buren. De grote Keizer Karel, wiens naam voor altijd verbonden zal zijn met Nijmegen, had vast nooit kunnen vermoeden dat vele eeuwen later een andere bekende stadgenoot nog 'ns z'n buurman zou zijn. Dat over een tijdspanne van meer dan tweeduizend jaar, twee beroemde stadgenoten elkaar symbolisch de hand zouden reiken als buren in Nijmegen. En dat ehm... oh dat sprookje, dat sprookje dat is bijna helemaal echt gebeurd.

Beschrijving

Er woont een schoenmaker in Nijmegen die weinig verdient omdat iedereen in de omgeving te arm is om geregeld nieuwe schoenen te kopen. Op een dag komt er een tovenaar langs, die na een lange wandeling nieuwe schoenen nodig heeft. De schoenmaker maakt voor hem een nieuw paar schoenen. De tovenaar is zo tevreden met het resultaat dat hij de schoenmaker een ring geeft waarmee hij een zeer succesvol schoenmaker zal worden.

Bron

Letterlijk afschrift van een mp3-opname in de Valkhofkapel te Nijmegen tijdens de Wereldverteldag 2009.

Commentaar

20 maart 2009
Verhaal door de verteller zelf geschreven.

Naam Overig in Tekst

Valkhof    Valkhof   

Jan Jansen    Jan Jansen   

Karel de Grote    Karel de Grote   

Naam Locatie in Tekst

Nijmegen    Nijmegen   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21