Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WITW001 - Witte Wieven

Een sage (boek), 1933

Hoofdtekst

Bij de bergjes in de heide kun je ze vinden. In de zoele voorjaarsnachten zwerven ze rond en dansen over de heide. Bij de hunebedden, daar wonen ze en bergen er hun geld en schatten.
Rijk zijn ze - heel rijk.
Ze weten precies waar het geld verborgen is in het bos en bij het moeras.
Ja - bij het moeras, daar zijn ze ook graag. Wees voorzichtig als je er langs gaat en kijk niet te vaak om, ook al hoor je geruis, ook al zingt het om je heen.
't Zijn de witte wieven, die loeren op je om met je te dansen, om je mee te nemen naar de bossen en de holen en onder de stenen en bomen.
Roep ze niet aan; dan komen ze je halen.
Maar ze zijn ook wel goed en ze zullen je helpen; alleen echter als je aan hen gelooft, als je ze niet vreest en je beloften aan hen nakomt.
In de najaarsnevels zijn ze; gehuld in hun lange nevelsluiers. Overal op de heide zweven ze, zo tussen het licht en donker, als je maar net iets kunt zien.
Bij helder maanlicht trekken ze voort in lange reien. Hoog wuiven de sluiers en zwieren door de lucht; als fijne nevels schijnen ze zich over de heide te leggen. Boven de sloten en stroompjes stijgen en dalen ze: nu in dichte reien, dan verspreid over een grote ruimte.
Hoorde je nooit het zachte zingen, dat door alle bladeren gaat, dat langs de struiken glijdt en in de bossen wegsterft als de tonen van wondervolle muziek; niet te volgen en nauwelijks te onderscheiden van 't windgesuis? Dat zijn altijd en overal de witte wieven, die met hun lange kleren langs al wat er op hun weg is heenstrijken, met zachte fijne geluiden.
Vertelde niemand je van de arme jongen, die overal verdreven werd en in zijn verlegenheid de witte wieven aanriep om hulp?
Wéét je niet dat ze medelijden met hem hadden en hem goud gaven, zijn beide schoenen vol?
Zag je nooit het goud glinsteren in fijne, kleine korreltjes tussen de golfjes van het beekje, als je in de schemering over de leuning van het oude bruggetje keek en er nog een laatste zonnestraal over het water gleed? Daar diep, op het gele zand, daar lagen ze, de kleine, kleine korreltjes, die schitterden in de laatste zonnestraal.
Ze lagen zó diep - veel dieper dan je dacht dat het beekje was; en je kon ze niet grijpen want als je bukte, ver bukte, waren ze weg. De witte wieven, die je lokten, trokken ze weer naar beneden, naar de diepe kolk, waar geen grond was en waar je nooit meer uit kon, als je er eenmaal in was.
Wéét je niet van de boer, die zijn woord niet hield en de witte wieven, in plaats van 't beloofde gastmaal, stenen gaf?
Hoorde je niet, dat de witte wieven hem haalden, toen hij 's avonds laat naar huis wou en hij de andere morgen bijna dood in 't bos werd gevonden, vlak bij de plaats waar de witte wieven dansten?
Je moet er aan geloven. Wie er niet aan gelooft, zal ze ook nooit zien.

Onderwerp

SINSAG 0305 - Weisse Frauen helfen den Menschen    SINSAG 0305 - Weisse Frauen helfen den Menschen   

Beschrijving

Waar witte wieven zich vertonen, hun voorkomen, hun goedheid en hun wraak.

Bron

J.H. Bergmans - Beins: Witte Wieven. in Witte Wieven: de meest bekende volksverhalen uit Drenthe. Samenst. Emmy Wijnholds-Schuster. 4e dr. Zuidwolde, 2001. p. 9-10

Commentaar

1933
Eerder verschenen in J. Poortman: Drenthe: een handboek voor het kennen van het Drentsche leven in voorbije eeuwen. Deel 1. Meppel, 1951. Oorspr. opgenomen in J.H. Bergmans-Beins: Drentsche volksoverleveringen. Assen, 1933.
Weisse Frauen helfen den Menschen

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20