Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

DYKFRIES2069 - De wereld wil vergaan

Een sprookje (boek), 1896

Hoofdtekst

De wereld wil vergaan.
Er was eens eene kat die zat onder den stoel van haar vrouw, toen deze een zeker geluid liet hooren, waardoor poes zoo hevig verschrikte, dat zij haastig de vlucht nam, denkende: nu wil de wereld vergaan. Zij ging in de schuur en maakte een wagentje van stroo. Toen ving zij twee ratten, die spande zij voor het wagentje en reed er zoo snel mogelijk meê weg. Er kwam haar een greep, (de drietandige vork voor aardewerk) tegemoet, die riep : «Katje, katje, hoe jaag je zoo?» - «De wereld wil vergaan,» zeî de kat. «Hoe weet je dat?» - «Ik zat onder mijn vrouws stoel, daar hoorde ik het eerste gekraak.» - «Mag ik meê?» - «Ja, spring maar achter op mijn bank, mijn peerdjes zijn wat krank, mijn wagen is wat zwak, maar breek hem mij niet.» - «Neen,» zeî de greep en sprong in het wagentje.
Toen zij een eind verder waren gereden, kwam hun eene stopnaald tegemoet, die riep: «Katje, katje, hoe jaag je zoo?» - «De wereld wil vergaan.» - De stopnaald, na hetzelfde gevraagd en het zelfde antwoord bekomen te hebben als de greep, verzocht ook meê te mogen rijden - en dit werd toegestaan. - Iets verder ontmoetten ze een ei, dat alweêr dezelfde vragen deed en dezelfde antwoorden ontving en ten slotte meê mocht rijden. - Nog iets verder ontmoetten zij een haan, die, na het gewichtige nieuws vernomen te hebben, op zijn verzoek ook werd opgenomen.
Zij reden al verder en verder tot het eindelijk duister werd. Toen zagen zij in de verte een lichtje branden, daar reden zij op aan en kwamen bij een huis, maar er was niemand in. De reizigers waren vermoeid en ieder op zijne manier zocht eene rustplaats. De greep legde zich neder op een paar latten, die boven de deur aan de zolderbalken waren gespijkerd. De stopnaald nestelde zich tusschen de biezen eener stoelmat. Het ei verschool zich in de gloeiende asch op den haard en de kat nam plaats in het turfvat. De ratten kropen in het zwavelstokkenbakje en de haan ging op de hanebalken zitten.
Nu was dit een huis dat door gauwdieven werd bewoond. Deze waren, toen het duister was geworden, uitgegaan om te stelen. Laat in den nacht kwam een hunner tehuis om vuur aan te maken, maar hij vond alles duister, want poes had het licht uitgeblazen. Hij wilde turf uit het vat nemen, maar de kat krabde hem in de handen. - «Wat is dit?» zeî hij, «ik moet licht hebben.» Hij wilde een zwavelstok uit het bakje nemen, maar toen beten de ratten hem in de vingers. - «Verduiveld! wat is dat?» jammerde hij en ging op den stoel zitten, maar kreeg hierdoor een gevoeligen prik van de stopnaald. Hij had toch een zwavelstok bemachtigd en wilde nu licht maken. Maar toen hij de zwavelstok aan de gloeiende asch in brand stak, spatte het ei uit elkander, zoodat de dief asch en vonken in de oogen kreeg waardoor hij half blind was. Nu werd het hem te erg; hij nam de vlucht, maar bij het uitgaan der deur stompte hij tegen het kozijn, zoodat de greep van boven viel en hem de hielen wondde. Zijne kameraden waren juist bij het huis aangekomen, maar hij riep hun toe: «Komt er niet in! alles is hier betooverd.» - «Dat is wel jammer,» zeiden zij, «wij hebben zoo'n mooien voorraad eten meêgebracht.» - Hierop riep de haan boven in het huis: «Koekelekoe! smijt mij ook een stukje toe!» - Dit deed de dieven zoo geweldig schrikken, dat zij in allerijl de vlucht namen, met achterlating van hunnen buit. En zij kwamen nooit terug.

Onderwerp

AT 0210 - Cock, Hen, Duck, Pin, and Needle on a Journey    AT 0210 - Cock, Hen, Duck, Pin, and Needle on a Journey   

ATU 0210 - Rooster, Hen, Duck, Pin, and Needle on a Journey    ATU 0210 - Rooster, Hen, Duck, Pin, and Needle on a Journey   

Beschrijving

Als een kat onder de stoel van haar bazin ligt en hoort hoe deze een wind laat, denkt de kat dat de wereld vergaat. Ze maakt een wagentje van stro en laat deze trekken door twee ratten. Onderweg ontmoet ze een greep, stopnaald, ei en een haan die haar vragen of ze mee mogen reizen. 's Avonds zoeken ze een plek om te overnachten. In een huisje zien ze licht branden, maar er is niemand thuis. Alle reizigers zoeken een plekje in huis voor de nacht. Als later een van de bewoners, een stel dieven, thuiskomt, wordt hij gekrabd door de kat, gebeten door de ratten, geprikt door de stopnaald, raakt hij verblind door het ei dat uiteenspat en wordt hij verwond door de greep. Als zijn kameraden ook thuiskomen worden ze verrast door de haan die roept: "Koekelekoe! smijt mij ook een stukje toe!". De dieven vluchten en keren nooit weer naar het huis terug,

Bron

Waling Dykstra: Uit Friesland's volksleven van vroeger en later: volksoverleveringen, volksgebruiken, volksvertellingen, volksbegrippen. Leeuwarden [1896], deel 2, 138-139

Motief

J1812 - Other sounds misunderstood.    J1812 - Other sounds misunderstood.   

F861.4 - Carriage from extraordinary material.    F861.4 - Carriage from extraordinary material.   

B296 - Animals go a-journeying.    B296 - Animals go a-journeying.   

F1025 - Objects go journeying together.    F1025 - Objects go journeying together.   

K1161 - Animals hidden in various parts of a house attack owner with their characteristic powers and kill him when he enters.    K1161 - Animals hidden in various parts of a house attack owner with their characteristic powers and kill him when he enters.