Hoofdtekst
As Raaiderlaand
ja, wat was dat Reiderland een rijke streek in die oude dagen! Alle boeren waren rijk, en de allerrijkste was Tidde Winnenga.
Toen is er storm en noodweer gekomen; de dijk liep groot gevaar. Ieder deed zijn uiterste best, om de nodige versterking aan te brengen op zijn pand; ieder had in die oude tijden nog voor zijn eigen pand te zorgen. En de enige, die niet zorgde, was Tidde. Zijn boerderij stond hoog genoeg en hij liet zich niet storen aan ‘t roepen en schreeuwen van anderen. Hij was zo bang niet en hij was zelf baas op zijn eigen land.
Men klaagde, men vroeg, men drong aan: het hele land was in gevaar.
Maar Tidde bleef onbewogen. Hij wou niet wijken, zei hij, vóórdat het water een speer hoog over ‘t land zou lopen.
Door zijn onwil is de dijk gebroken en is dat hele Reiderland verloren gegaan. Dit is ‘t begin van de Dollard geweest.
* *
*
Op een laten avond klopte een grote man, maar nu gebogen, aan de poort van ‘t klooster Palmar, dat bij de grote vloed nog eerst gespaard gebleven was. Deze grote, maar nu gebogen man moet om brood vragen en om onderdak. Niet voor een nacht, maar voorgoed. Nooit is een trotse man, die alles op de wereld had, zó vernederd.
‘t Was Tidde Winnenga, zonder huis, zonder land, zonder gezien, zonder brood, zonder kracht, zonder wil.
In ‘t klooster was nog een plaats voor hem en daar hebben ze hem eten gegeven, zolang hij leefde.
Onderwerp
SINSAG 1174 - Kleine Ursache, grosse Wirkung.   
SINSAG 1145 - Die untergegangene Stadt; versinkt wegen des Übermutes der Bewohner.   
Beschrijving
Bron
Motief
J1730 - Absurd ignorance.   
F994 - Object expresses sorrow.   
L400 - Pride brought low.   
Q331 - Pride punished.   
N350 - Accidental loss of property.   
Commentaar
Naam Overig in Tekst
Tidde Winnenga   
Naam Locatie in Tekst
Dollard   
Reiderland   
Raaiderland   
Klooster Palmar   
Plaats van Handelen
Reiderland