Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

SINVS037 - Komt de nood aan de man

Een sprookje (boek), (foutieve datum)

Hoofdtekst

KOMT DE NOOD AAN DE MAN
Er was een arm boertje, dat maar één koe had en een heel domme vrouw. Elke dag voor hij wegging, moest hij haar zeggen wat ze doen moest, want hij leurde met allerlei waren door het land.
Eens op een morgen zei hij tegen zijn vrouw: "Vandaag moet je de koe rond het huis laten weiden, er staat nogal wat gras en dat zal haar goed doen."
"Best," zei ze.
Toen het boertje weg was, zette ze een ladder tegen het strooien dak, waar wat gras op groeide, haalde de koe uit de stal en wilde haar de sporten van de ladder op laten klimmen, maar het dier viel eraf en brak zijn poten. Het vrouwtje jammerde en huilde, maar dat hielp niet.
Toen het boertje 's avonds thuiskwam en zijn koe daar zag liggen, schold hij zijn vrouw uit dat het niet mooi meer was
"'t Is een schande," zei hij "om zo dom te zijn."
Maar zijn vrouw zei dat ze het niet begrepen had.
Er was niets aan te doen. De koe moest worden afgemaakt en geslacht en in stukken gesneden, om het vlees onder het zout te bewaren in een gemetselde kuip.
Toen hij er de volgende dag weer op uit moest trekken, zei hij: "Vrouw, geef aan elk rode koolplant in de tuin een schoteltje mest. Daarvan zullen ze goed groeien en wij zullen 's winters geen honger hoeven te lijden.""Dat is goed," zei zijn vrouw.
Toen hij weg was, legde ze bij iedere plant een schoteltje met vlees. Het duurde niet lang of alle honden en katten uit het dorp gingen daar kermis houden en blaften en mauwden dat het horen en zien verging.
's Avonds vroeg het boertje aan zijn vrouw of ze had gedaan, wat hij haar had gezegd.
"Ja," zei ze, "en ik kwam een schoteltje of zes te kort."
"Wat, te kort! " riep het boertje, "met een put vol mest?"
"Wel neen," zei zijn vrouw, "met schoteltjes vlees."
Het boertje begreep eindelijk wat er gebeurd was, en hij liep de tuin in om het vlees terug te halen, maar de honden blaften en beten naar hem en hij moest maken dat hij wegkwam.
De volgende dag zei hij: "Pas nu goed op ons geld, want dat hebben we nodig als de nood aan de man komt."
"Best," zei ze.
Toen het boertje een tijdje weg was, kwam er een bedelaar aan de deur die om een aalmoes vroeg.
"Komt de nood aan de man?" vroeg de vrouw.
"Ja," antwoordde de bedelaar.
De boerin haalde al het geld dat er in huis was en gaf het aan de bedelaar en die ging er haastig mee weg.
Het boertje kwam 's avonds moe thuis, maar toen zijn vrouw gezegd had dat de nood aan de man was gekomen en dat zij al haar geld weggegeven had, werd hij ontzettend woedend.
Hij nam alles mee wat hij nog in huis kon vinden, laadde het op zijn kar en riep: "Je kunt nu alleen huishouden."
"Ja maar, ik ga mee," zei de vrouw en ze liep hem achterna. Maar ze had de deur open gelaten en het boertje snauwde haar toe: "Doe tenminste de deur toe."
Ze verstond: neem tenminste de deur mee, en ze nam de deur uit de hengsels, gooide die over haar schouders en zeulde achter haar man aan. Toen ze ver, heel ver gegaan waren, werden ze moe en daar ze juist in een dicht bos waren, klommen ze in een boom en legden ze zich daar op de deur te slapen.
Nauwelijks waren ze ingedommeld of ze hoorden een geweldig spektakel. 't Boertje keek omlaag en zag dat twee, drie mannen bezig waren een tafel neer te zetten en uit een pak allerlei dingen te halen: brood, vlees, boter en tenslotte een zak met geld. Ze legden dat allemaal op de tafel en begonnen te smullen.
Toen zei een van die mannen: "Ik wou dat Onze-Lieve-Heer voor saus gezorgd had."
"O, o," zei de vrouw van 't boerke juist: "Ik kan het niet meer inhouden."
"Laat maar lopen," zei het boertje.
En de vrouw deed een plas en dat viel precies in de kom van de dieven, die dachten dat Onze-Lieve-Heer hen bedacht had en ze waren erg blij.
"Als we nu nog wat mosterd hadden," zeiden ze.
De vrouw van het boertje zei weer stilletjes: "Ik kan het niet meer inhouden."
"Laat vallen," zei hij en ze liet een grote hoop vallen en de dieven roerden alles door elkaar in de pot en ze aten er smakelijk van.
Maar eindelijk kon de vrouw de deur niet meer vasthouden, ze liet hem vallen en de deur viel plat op de tafel en op de dieven. Die boeven werden doodsbang, want ze dachten dat de hemel op hen viel en gingen als hazen op de vlucht en renden tot ze erbij neervielen.
't Boertje en zijn vrouw klommen uit de boom en vonden daar beneden zoveel geld dat ze het nauwelijks dragen konden, maar ze haastten zich met die rijkdom naar huis. Sindsdien waren ze schat- en schatrijk, hielden koets en paard en 't was bij hen alle dagen kermis, want ze aten en dronken er goed van, en als ze niet gestorven zijn, doen ze dat nog elke dag.
(West-Vlaanderen)

Onderwerp

AT 1210 - The Cow is Taken to the Roof to Graze    AT 1210 - The Cow is Taken to the Roof to Graze   

ATU 1210 - The Cow (Other Domestic Animal) is Taken to the Roof to Graze    ATU 1210 - The Cow (Other Domestic Animal) is Taken to the Roof to Graze   

Beschrijving

Een arme boer heeft een domme vrouw. Zij vat de woorden van haar man steeds verkeerd op. In plaats van de koe te laten grazen naast het huis, hijst ze het dier op het dak, waar wat gras groeit. In plaats van de kool te bemesten, legt ze er stukken vlees neer. En in plaats van het geld te bewaren voor moeilijke tijden, geeft ze het weg aan een bedelaar. De boer is woedend en vertrekt. De vrouw loopt met hem mee. Ze overnachten in een boom. Onder de boom nuttigt een groep boeven een maaltijd. De vrouw kan haar ontlasting niet langer ophouden en laat alles lopen. De mannen aan tafel denken dat het saus is, gezonden door God. Dan laat de vrouw de deur die ze heeft meegenomen uit de boom vallen. De mannen denken dat de hemel instort. Ze vluchten en laten veel geld achter. De boer en zijn vrouw zijn nu rijk.

Bron

J.R.W. Sinninghe: Volkssprookjes uit Nederland en Vlaanderen. Den Haag 1978, p. 117-119

Motief

J1904.1 - Cow (hog) taken to roof to graze.    J1904.1 - Cow (hog) taken to roof to graze.   

K1413 - Guarding the door.    K1413 - Guarding the door.   

K335.1.1.1 - Door falls on robbers from tree.    K335.1.1.1 - Door falls on robbers from tree.   

Commentaar

The Cow (Other Domestic Animal) is Taken to the Roof to Graze & Guarding the Door AT 1653A & The Robbers under the Tree AT 1653 & Meat as Food for Cabbage AT 1386 & For the Long Winter AT 1541

Naam Overig in Tekst

Onze-Lieve-Heer    Onze-Lieve-Heer   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20