Een Dokkumer, een Groninger en een Leeuwarder gaan met z'n drieën op vakantie naar de Sahara. Als ze bij de douane komen, wordt hen gevraagd of ze iets aan te geven hebben. De Groninger heeft een teil water bij zich om - als het in de Sahara erg warm…
Er lopen twee olifanten in de woestijn en een van de olifanten heeft een autodeur bij zich, zodat hij het raampje open kan draaien als hij het warm heeft.
Lopen twee Belgen in de woestijn. Eén sleept de hele tijd met een autodeur.
Zegt de andere: "Waarom heb je die autodeur bij je?"
Zegt de ander: "Als 't te warm wordt, draai ik het raampje open."