Een voornaam heer krijgt steeds raadselachtige antwoorden op vragen die hij een jongen stelt. Als de jongen zijn antwoorden toelicht, beseft de heer dat hij met een hele slimme jongen te maken heeft en hij besluit de jongen als klusjesman in dienst…
Een ouderling raakt in de war omdat hij iets vergeten is. Als hij heeft voorgelezen over de torenbouw van Babel, beweert hij dat de collecte voor die torenbouw bestemd is.