Op het feit dat een vrouw iedere dag werd beslapen, zei haar man: "Wat maakt mij dat uit, het raakt mijn koude kleren niet." Antwoord: "Maar wel haar warme vel."
Toen griffier Cornelis Musch overleden was, wilde zijn vrouw van commies Spronssen weten wat men over haar man zei, omdat ze gehoord had dat velen zich over hem beklaagden. Maar Spronssen vond dat de mensen geen reden om te klagen hadden zoals zij…
Een man dreigde zijn vrouw ermee haar in het water te slaan. Zij zei hierop: 'Wat zal je dan doen, je kunt het op het land al niet doen, laat staan in het water.'