Een boer, die met de duivel samenwerkte, werd na zijn dood in het bos begraven in de gedaante van een duivel, gelegen met een dikke ketting aan een ijzeren paal.
Twee edele kinderen, Amijs en Amelis, worden naar de paus in Rome gebracht om gedoopt te worden. Ze krijgen als geschenk van de paus twee identieke bekers. De jongens lijken sprekend op elkaar en worden boezemvrienden. Later keert ieder naar z'n land…