De boerderij van keuterboer Lormans was een trefpunt voor kabouters, of 'eerdmenkes'. De kabouters kwamen daar om drinkwater en voedsel te halen en om huisraad te lenen. In ruil daarvoor deden de kabouters ’s nachts werk voor de boer. Ze dorsten…
Op een boerderij in Noorderwijk spookte het om middernacht. De kippen zaten niet meer op hun stok. De boerenkar verplaatste zich naar die stok en begon er te dansen. Als er iets fout liep in een stal, dan schreef men het onheil toe aan de kwade hand…
Omdat Toon van E. al dagen hevige tandpijn had, ging hij bij de pastoor te rade. Onderweg werd de man echter tegengehouden door een vreemde kracht; het leek wel alsof hij door water ging. Toon ging terug naar huis en vertrok de volgende dag voor de…
Dwaallichtjes deden de mensen vaak verdwalen. Op een dag hoorde een man mensen om hulp roepen in de buurt van het moeras. Toen de man met een lantaren ging kijken, hoorde hij roepen: "Kom maar langs hier met je licht, want wij zitten in het water!"
Een meisje woonde na het overlijden van haar vader een tijdje bij haar tante. In iedere deuropening zag het meisje de geest van haar vader staan. "Je moet niet bang zijn", sprak de tante, "je moet vragen wat hij wil". De geest stak zijn arm uit en…
Een zekere Pier beweerde bij hoog en bij laag dat spoken en heksen bestonden. 's Nachts hoorde Pier altijd lawaai op de zolder. Toen het raampje openstond, hoorde hij iets vallen. Ondertussen leek men te roepen: "Hulp, hulp! Dat waren verdwaalde…
Koob was vastgereden met de kar. Toen de mensen uit de buurt aanboden om Koob te helpen, stuurde hij iedereen weg met de woorden: "Ga maar naar huis, ik raak er wel uit." Toen de mensen weg waren, kon Koob weer verder met de kar. De man bezat…
Met Allerheiligen moest men altijd bidden voor de zieltjes van de kinderen die in het vagevuur om hulp riepen. Sommige mensen hingen in een kleerkast een gebed om zich te beschermen tegen heksen, duivels en boze krachten.
's Avonds zag men stalkeersen uit de grond komen. De mensen zeiden dat dat zielen uit het vagevuur waren, die hulp kwamen vragen. De lichtjes verdwenen weer als men voor ze gebeden had.
Aan 't Kruise in Beveren spookte het altijd. Een man die daar op een dag voorbijkwam, zag een witte schim boven de grond zweven. De man was zo bang dat hij in de gracht kroop en zei: "Schepper, je moet mij helpen, of ik ben eraan!"
Het volgende…
Een Kempenaar was aan het jagen, toen hij plots een vreemde man met een koffer in de hand zag aankomen. De vreemde vroeg: "Weet jij geen plaats waar ik mij kan verstoppen, want de Fransen zitten achter mij aan, en ze zullen mij zeker doodschieten!" …
De Heer van Heks en die van Lauw konden niet met elkaar overweg. Toen de Heer van Lauw in het nauw werd gedreven door zijn vijand, verschool hij zich in een bos in Groot-Lauw ten zuiden van de Jeker. Op de 'Hondel' in Groot-Lauw werd een veldslag…
De bende van Margot was nog slechter dan die van Bakelandt. De bendeleden vergaderden om middernacht in Vladslo. Daarna gingen ze de huizen in de velden plunderen. Op een boerderij had de meid gehoord dat er iets aan de hand was. Ze liep naar de…
De rover Pollet was afkomstig van Hazebroek.
Een meisje woonde bij haar tante, die zo bang was voor de bende van Pollet dat ze altijd op de zolder tussen waardeloze rommel sliep. Een meisje van ongeveer zestien jaar werd in de buurt van Veurne door…
Een vrouw wiens vader een paard had verkocht, kreeg de volgende dag bezoek van de bende van Pollet terwijl de mannen op het veld aan het werk was. Zodra de vrouw de rover zag, riep ze haar broers. Later sprak de rover in de rechtzaal tot de vrouw:…