In een winkel werden 's nachts de deuren opengesmeten en de potten en pannen vlogen er van de planken. De winkelier besloot de zaak te sluiten en het pand af te breken. Bij de afbraak vond men een kistje met geld, dat door de winkelier onder de armen…
Spokerij in een winkel verdwijnt na het vinden van een kistje met geld dat met de armen wordt gedeeld; in een woonhuis zweven witte gedaanten, een onzichtbare hand dooft de lantaarn van een man die wil gaan kijken.