Een jongen beweert een hond gezien te hebben zo groot als een koe en met ogen als etensborden. De vader van de jongen gelooft dit niet en stelt zijn zoon voor naar de 'leugenbrug' te gaan. Diegene die een leugen vertelt, zal door de brug zakken en zo…
Een man komt Ossaart in de gedaante van een paard tegen, maakt een omweg, ziet hem dan als hond en dan als wit konijn. Als hem dan als ezel ziet, holt hij hard weg.