Bij de Molenberg had men een oude vrouw met een stok naast een veld zien lopen. Toen enige tijd later de oogst mislukte, geloofden de mensen dat die vrouw voor dat ongeluk verantwoordelijk was. Met haar stok zou ze iets op het veld hebben aangeraakt.
In een dorp woonde een lelijk oud vrouwtje voor wie iedereen bang was. Men geloofde dat die vrouw een heks was en dat ze al verschillende kinderen had ziek gemaakt. Op zekere dag werd de zoon van die vrouw aangesteld als burgemeester. Veel mensen uit…
In Jeuk woonde een oude onderwijzeres die aan een psychische ziekte leed en altijd vuil was. Men noemde dat vrouwtje 'een oude heks'. Als de kinderen naar school gingen, dan klopten ze met stenen op de rolluiken van de heks terwijl ze riepen:…
In Aalst stond een boom die de 'Tjenneboom' werd genoemd. De boom was zeker driehonderd jaar oud en had een omtrek van wel vier meter. De mensen die aan die boom werden opgehangen, kwamen na hun dood spoken.
Een varken was aangeraakt door een oude vrouw die had gezegd: "Dit dier zal geen geluk brengen". Een tijdje later kreeg het varken 'de oude man' (ziekte).
Een ongetrouwde vrouw had een kindje dat dag en nacht huilde. Ten einde raad vertrok de vrouw in Leerbeek met de tram naar Brussel. In Brussel liet de moeder haar kind overlezen. Men voorspelde dat de moeder op haar weg naar huis een oude man zou…
Bij de familie K. had men veel ongeluk met de dieren door toedoen van de kwade hand. Van de paters kregen de mensen heiligdom om onder de deur van de stal te steken. Toen een oud vrouwtje iets wilde komen vragen, viel ze vóór de dorpel van de stal…
Een moeder wiens kind ziek was, kreeg bezoek van ene oude vrouw die het kind wilde komen bezoeken. Die oude vrouw geraakte echter niet over de drempel omdat er een paasnagel aan de deur hing.
Een boerin die vroeg in de ochtend boter aan het karnen was, hoorde plots de deur opengaan. Er verscheen een oude vrouw die koffie vroeg. Daarop antwoordde de boerin: "Koffie heb ik niet, maar je kan wel wat melk krijgen". "Dat wil ik niet", zei het…
Bakelandt vertoefde in Bovekerke en in 't Vrijbos. Op een dag pleegde de bende een inbraak bij een oud vrouwtje. De vrouw kroop bang onder de tafel en zei dat de rovers alles mochten meenemen. Desondanks werd het vrouwtje toch vermoord.
In Pittem woonde een oude man over wie men vertelde dat hij kon toveren. De kinderen waren zo bang voor de man dat ze niet voorbij zijn huis durfden te wandelen.
Bakelandt had zich verkleed als een oude man met een hoed op zijn hoofd. Toen enkele schoolkinderen stenen naar zijn hoed gooiden, liep hij achter de kinderen aan. Later werd de bendeleider opgepakt in één van de kleine Bakelandthuisjes in Ichtegem.
In Poperinge woonde een vrouw die 's nachts ging waken bij varkens die biggen moesten werpen. Die vrouw was altijd vuil en men vertelde dat ze een toveres was. Toen de vrouw oud en ziek was, is men haar komen halen en heeft men haar naar het…
In een oude boerderij woonde een vrouwtje over wie men vertelde dat het een heks was. De vrouw droeg een grote omslagdoek, een schort en een lang breed zwart kleed. Ze was vaak niet gewassen. De zoon van het vrouwtje had veel haar op zijn lichaam.
Enkele vrouwen die in het bos hout moesten gaan hakken om bezems te maken, durfden niet alleen naar het bos te gaan. Daarom namen ze altijd een oude blinde man mee, die tegen een wilg ging staan terwijl zij aan het werk waren. Hoewel die man niet kon…
In Meulebeke woonde een oud vrouwtje over wie men vertelde dat het een heks was. Toen de heks gestorven was, kwam haar zoon in het huisje wonen. In het huis van de buren hoorden de twee dochtertjes 's avonds altijd lawaai op zolder alsof er met…
Enkele mensen kwamen in Duinkerke een man tegen, die 18 stuivers op zak had, en die niet kon blijven stilstaan. De mensen spraken tot de man: "Jij bent zeker meer dan honderd jaar oud", waarop de man antwoordde: "Ik ben meer dan 1800 jaar oud!"