Op de Groninger klei stond een groot boerenbedrijf. In de schuur, waar de arbeiders sliepen, was een hele rij vakken voor hooi en graan. Er was een vak bij waar men 's nachts niet in kon slapen. Als iemand er zich neerlegde, werd hij eruit gesmeten.…
Een boer heeft één graanvak waar nooit iets wil groeien. Hij waarschuwt de mensen altijd dat ze niet in het gat mogen slapen. Een man slaat zijn waarschuwingen in de wind en spreidt er zijn bedje. Midden in de nacht wordt hij ineens hardhandig uit…