In Hamont woonde een vrouw die ervan verdacht werd een heks te zijn. Een man van wie al vijf of zes schapen waren gestorven, ging bij de deken te rade. "Die vrouw zal nog wel komen", zei de deken, "maar je mag haar niet wegjagen. Ze zal jou drie…
De rovers van de bende van Pollet verkochten vodden met een hondenkar. Op een avond gingen de rovers onderdak vragen op een boerderij. Omdat de mensen geen bed meer vrij hadden, lieten ze de rovers in het stro in de schuur slapen. Nadat de gasten 's…
Enkele mannen gingen samen met een vrouw uit Beek het stro in balen binden. Toen de mannen plots een eekhoorntje zagen, probeerden ze het diertje te vangen. De eekhoorn was hen echter telkens te slim af, en na een lange achtervolging was het plots…
Een boer uit Caberg had last van een rattenplaag. De boer had gehoord dat een man uit Briegden de ratten kon verjagen. Toen de man kwam, legde hij wat stro in de weide en zei: "Vooruit ratten, kom maar!" Toen alle ratten in het stro waren…
Op 't Geneuth langs de Maas werkte een knecht over wie men wist dat het een weerwolf was. Op een dag werd de knecht met een kar stro naar Maastricht gestuurd. Ondertussen vond men de halsband van de knecht in een oude wilgenstronk. Op het ogenblik…
Bij de kerk van Neeroeteren woonde een knecht die over bijzondere krachten beschikte: hij kon namelijk soldaten maken. Omdat er een vijandig leger in aantocht was, ging de pastoor de knecht om hulp vragen. De knecht zei echter: "Neen meneer…
In Bulskamp woonde een vrouw die muizen kon maken door een strohalm in een blokje klei te steken. Nadat de pastoor bij de heks op bezoek was geweest, kon deze laatste geen muizen meer maken.
Toen bij Bet O. een bedelaar aan de deur stond, gaf ze haar kind enkele centen om aan de man te geven. De bedelaar vond dat het niet snel genoeg ging en hield de vingers van het kind even vast. Een tijdje later raakten de vingers van het kind…
Op een boerderij in Klemskerke werkten twee knechten, die 's nachts geluiden op de zolder hoorden, alsof er iemand lang stro aan het snijden was. De knechten geloofden dat dat het werk van tovenaars was.
De bokkenrijders folterden mensen die niet wilden vertellen waar ze hun waardevolle bezittingen bewaarden. Zo bonden ze soms mensen op een stoel vast, terwijl ze onder hun voeten stro in brand staken.
In de boerderijen vertoefde een plaaggeest die Beceu werd genoemd. Als de boeren vroegen: "Beceu, gooi een bussel naar beneden!", dan gooide Beceu twee bussels naar beneden. Hij deed altijd het dubbele van wat men hem had gevraagd. Als de mensen op…
In Maasmechelen stond een huis waarin een heks met de naam Antrien woonde. Hoewel het strooien dak van het huis geen enkel steunpunt had, zakte het niet in. Toen het huis werd afgebroken ontdekte men dat het dak in evenwicht werd gehouden door de…
Bij een zekere Grommen uit Opleeuw kwam tijdens de kermis een Hollandse bedelaar aankloppen, die aan Grommen vroeg of hij geen last had van ratten, die hij zou kunnen vangen. "Wat wil je daarvoor in ruil?", vroeg Grommen, waarop de Hollander…
Hang Jozef woonde bij de spoorweg in de buurt van Henis. Die man kon toveren omdat hij met de duivel omging. Zo kon Hang Jozef bijvoorbeeld horloges maken uit stro. Hij kon ook kikvorsen toveren en de dieren even later laten veranderen in heren…
In de Grimmingenstraat in Beert was een put waarin men stro zette, waarmee manden werden gevlochten. Wanneer de mensen in de buurt van die put een staartster zagen, waren ze bang.