Een oude man ging negen dagen bidden bij de kapel. Op de derde dag zag de man een begijn aankomen, die een gouden sleutel in haar hand had. Nadat de oude man alles aan de pastoor had verteld, vond hij de moed om terug naar de kapel te gaan. Daar…
Een vrouw die wel honderd of honderdvijftig konijnen had, werd ervan verdacht een heks te zijn. Toen de vrouw bij regenweer in het veld gras ging halen, bleef het gras merkwaardig genoeg droog.
Een buitengewoon sterke man gebruikt geen wagen om kunstmest te vervoeren: hij gooit zakken mest van honderdvijftig pond zelf soepel over de sloot heen het land in.