De vertelster woont vlak bij de ufo-landingsbaan in Houten. Op een nacht wordt ze wakker van een vreemd geluid: het klinkt alsof er een ufo landt. Het was echter de wasmachine van de buren die stond te centrifugeren.
De Duitsers maakten in de oorlog een namaak-vliegveld van hout. Toen het vliegveld af was, kwam er een geallieerde bommenwerper overvliegen die een houten bom liet vallen.
Een Belgische piloot moet op Schiphol landen.
Als hij zich meldt bij de verkeerstoren, zegt hij: "Rare landingsbaan hebben jullie. Hij is maar honderd meter lang en een paar kilometer breed."
Er zitten twee Belgen in een vliegtuig. Ze gaan landen.
Zegt de piloot: "Dit is de kortste landingsbaan die ik ooit gezien heb."
Zegt de ander: "Hij is wel erg breed."