Na vraag om vierde kaarter verschijnt heer die paardevoeten blijkt te hebben. Heer verdwijnt als geestelijke zegent en overleest, met achterlaten van stank.
Voerman ziet dat de man die hij laat meerijden een paardepoot heeft. De volgende man die mag meerijden zegt dat hij weet wie op de wagen zit, en geeft aan hoe het spook van de wagen is te krijgen.