Mensen die behoefte aan kaas hebben hopen dat de kaasverkoper langskomt. De volgende dag komt hij aan de deur en zegt dat ze kaas nodig hebben. Hoe hij dat weet zegt hij niet.
Een groep vrienden zien iemand die zij niet zo mogen en een noemt hem een gek. De 'gek' geeft te kennen dat het voor de man vast moeilijk is om ook een gek 's ochtends in de spiegel te zien.