Toen ik naar Zevenbergen ging, zag ik ineens een zwart dier over het land lopen en hoorde ineens een plons in de sloot. Ik dacht dat ik een wonder had gezien.
Bij de Hooge Boezem zat een zwart paard, een soort spookpaard. Als daar een paard en wagen voorbijkwam en dat zwarte paard was daar geweest, dan struikelde het daar.