Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ROODKAPJE341 - Roodkapje

Een sprookje (boek), 1946

Hoofdtekst

Roodkapje.
Er was eens een allerliefst klein meisje. Ze was de lieveling van haar moeder, maar vooral van haar grootmoeder, die haar een rood kapje liet maken, dat haar heel aardig stond en waardoor zij den bijnaam kreeg van "Roodkapje."
Eens, toen haar moeder wafeltjes had gebakken, zei deze tegen haar dochter: "Men heeft mij gezegd, dat grootmoeder ziek is. Ga eens zien hoe ze het maakt en breng haar deze wafeltjes en dit potje boter, maar houd je niet op onderweg."
Roodkapje begaf zich dadelijk op weg, maar om bij haar grootmoeder te komen, die in een nabijgelegen dorp woonde, moest zij een bosch door. In dit bosch waren wolven, doch deze vertoonden zich nooit op den breeden weg, dien Roodkapje te volgen had. Ongelukkig vergat het meisje den raad harer moeder, en toen zij zooveel bonte kapellen zag vliegen, en de bloemen en aarbeziën haar schenen toe te roepen: "blijf bij ons, lief meisje," ging zij, om bloemetjes te plukken en vlinders na te jagen, een heel eind het bosch in. Maar... daar ontmoette zij eensklaps een wolf, die grooten lust had haar dadelijk op te eten, maar het niet durfde wagen, omdat er eenige houthakkers in de buurt waren. "Waar moet ge naar toe?" vroeg de wolf. Het arme Roodkapje wist niet hoe gevaarlijk het is, met een wolf te praten en antwoordde: "Ik ga naar mij grootmoeder, om haar dit potje boter te brengen en deze wafeltjes." "Woont zij hier ver vandaan?" vroeg de wolf. "Ja," zei Roodkapje, "het is dicht bij den molen, dien ge daar in de verte ziet. Mijn grootmoeder woont in het eerste huis van het dorp." "Wel zoo," hernam de wolf. "Nu, ik ga er ook heen. Laten wij eens zien, wie er het eerst zal wezen, ik langs dezen weg, gij langs dien."
De wolf liep uit al zijn macht langs den kortsten weg, terwijl het kleine meisje nog de kapelletjes bleef naloopen en een ruiker plukte, zonder zich te haasten, ofschoon zij een omweg maakte.
De wolf was spoedig waar hij zijn wilde, en klopt aan de deur van de grootmoeder. "Wie is daar?" riep deze. "Ik ben het, Roodkapje, uw kleindochter," antwoordde de wolf, zijn stem zooveel mogelijk verzachtend. De grootmoeder, die te bed lag, riep: "Trek maar aan het touwtje, dan zal de deur wel open gaan!" De wolf trok aan het touwtje en stapte naar binnen. Vervolgens wierp hij zich op de zieke grootmoeder, die hij spoedig geheel opgeslokt had, want hij had in drie dagen niets gegeten en was dus erg hongerig. Toen sloot de wolf de deur zorgvuldig dicht, en ging in bed liggen, in afwachting van Roodkapje, die eenige oogenblikken later aanklopte.
"Klop, klop!" hoorde de wolf. "Wie is dat?" vroeg hij. Roodkapje verschrikte een weinig, toen zij zoo'n forsche stem hoorde, maar denkende dat grootmoeder zwaar verkouden zijn zou, antwoordde zij: "ik ben het, Roodkapje, die u wafeltjes komt brengen en een potje boter." "Trek maar aan het touwtje, dan zal de deur wel open gaan!" riep de wolf, zooveel mogelijk op dezelfde wijze, als hij het de grootmoeder had hooren zeggen. Het kleine Roodkapje trok aan het touwtje, en de deur ging open.
Toen de wolf haar zag, verstopte hij zich onder de dekens, en zei: "Zet de wafeltjes maar op tafel, en kom een beetje bij mij in bed, want gij zult wel vermoeid zijn." Roodkapje ontkleedde zich dadelijk om aan het verlangen harer grootmoeder te voldoen, en stapte in bed, zonder eenig kwaad te vermoeden. Zij verwonderde er zich over dat haar grootmoeder er zoo vreemd uitzag en zei: "Grootmoeder, grootmoeder, wat hebt u lange armen." "Om jou er beter mee te kunnen omarmen, mijn kind," antwoordde de wolf. "Grootmoeder, grootmoeder, wat hebt u groote beenen," zei het meisje weer. "Dat is om zooveel harder te kunnen loopen," luidde het antwoord. "En wat hebt u groote ooren," zei Roodkapje. "Dat is om beter te kunnen hooren, mijn kind." "Grootmoeder, grootmoeder, wat hebt u groote oogen!" riep Roodkapje. "Zooveel te beter kan ik zien, kind." "Maar wat hebt u groote tanden," zei ze weer. "Dat is om jou te kunnen opeten," antwoordde de wolf, en sperde zijn bek wagenwijd open, om het arme Roodkapje te verslinden, evenals hij haar grootmoeder gedaan had.
Maar nog vóór hij toehapte kwamen de houthakkers, die zijn spoor gevolgd waren, binnen, en sloegen hem met hun bijlen dood, terwijl Roodkapje zich angstig in de kleerkast verstopte. "Kom maar te voorschijn, hij is dood!" riepen de houthakkers na eenige oogenblikken, maar Roodkapje was zoo van streek, dat ze bijna niet kon loopen. Daarom tilde een van de mannen haar op zijn schouder, en bracht haar zoo naar huis, waar zij spoedig bekwam van den schrik.
Dit voorval had haar echter goed leeren begrijpen, hoe gevaarlijk het is, om zich met wolven in te laten, en nooit zag men haar meer met zoo'n slokop in gesprek.

Onderwerp

ATU 0333 - Little Red Riding Hood    ATU 0333 - Little Red Riding Hood   

AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)    AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   

Beschrijving

Ondanks haar belofte aan moeder om onderweg naar grootmoeder niet te treuzelen, is Roodkapje ongehoorzaam. Ze gaat in het bos achter vlinders aan, plukt bloemen, komt de wolf tegen, vertelt dat ze naar grootmoeder gaat en waar ze woont, doet met de wolf wie het eerste bij grootmoeder is, maar blijft treuzelen. Intussen gaat de wolf gaat naar grootmoeders huis, klopt aan, doet de stem van Roodkapje na, kan binnenkomen, eet grootmoeder op, en gaat in haar bed liggen. Roodkapje klopt aan, verbaast zich over de stem van grootmoeder, kleedt zich uit om bij in bed te gaan, en vraagt naar haar ogen, oren, armen, benen en tanden, waarna de wolf Roodkapje wil opeten. Op dat moment komen houthakkers die zijn spoor zijn gevolgd, binnen en doden de wolf. Roodkapje is gaan begrijpen hoe gevaarlijk het is om met wolven te praten.

Bron

Guus Betlem. Zagen zagen wiele-wiele-wagen. Alkmaar: Kluitman, [1946]
KB: NBM Mfe 25168
Collectie Roodkapje/Karsdorp

Motief

K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.    K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   

B211.2.4 - Speaking wolf.    B211.2.4 - Speaking wolf.   

Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.    Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   

Commentaar

Frederik August Betlem
Ills Nans van Leeuwen

Naam Overig in Tekst

Roodkapje    Roodkapje   

Datum Invoer

2019-05-02