Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

VODA_012_24

Een personal narrative (mondeling), (foutieve datum)

Hoofdtekst

[gebrom van lage stem] oh ja zeg, weten jullie dat ik, eh, eh, dat ik vroeger eh, eh eigenlijk op het punt heb gestaan om verkocht te worden als babytje van één dag. Maar m’n moeder deed het natuurlijk niet. Want we hadden bij ons thuis heel veel kinderen. Ik was het tiende in leven, maar er waren er al verschillende tussendoor doodgegaan. En em me moe- m’n ouders hadden het dus maar arm, want het waren maar kleine landarbeiders, en we woonden in een klein huisje, en dan kwam de allerrijkste boer van het dorp kwam toen ik twee dagen oud was, om mij te kopen van mijn ouders voor tweeduizend gulden en een stukje land. Maar mijn moeder, eh die hield van pathos en die eh hield ervan om ‘n beetje eh theatraal eh zich uit te drukken en die zei: ‘Maar nee! Nou stel je dat toch voor! Ik zou later naar de kerk gaan, en dan zou ik mijn eigen vlees en bloed in bont en zijde zien rondlopen! En ik zou zeggen ‘dag kind!’ en ze zou tegen mij zeggen ‘dag vrouw!’, want ze zou niet weten dat ik haar moeder was. Nee, nóóit van z’n leven!’ zei ze tegen die man. Eh waar der eh, tien eten, kunnen der – nee, waar der negen eten, kunnen der ook nog wel elf … nou, nou ben ik helemaal in de war, dat moet je maar even uitvegen. Waar der … negen eten, kunnen der ook nog wel tien eten. Maar met vader en moeder derbij waren ’t ter natuurlijk twaalf, dus dat ging nie door. ’t Is echt, is echt waar! Werkelijk voor tweeduizend gulden en en een stuk grond. Die mensen hadden zelf geen kinderen. En later eh is die, die … ik heb die man nog dikwijls met … met aandacht bekeken toen ik dat wist, maar ja, helaas was ik toen al eh was ik getrouwd en alles, toen heb ik dat pas gehoord [gelach]. En daar ben ik toch eens een keer gekomen, nou, je gelooft het niet! Ik ging vroeger altijd rond met Zusters van de Oude Munt uit bedelen, weet je wel, de huizen af, hè? En dat vond ik geweldig, hè, dat vond ik een eer. En die zusters eh [gestamel] die van alles vertellen, en die zusters vonden dat ook leuk, hè? En dan kwam ik dan ook in dat huis van die hele rijke boer. Ik moest natuurlijk mijn klompen uit doen, hè. We moesten eerst in die gang komen, toen kwamen we in een hele mooie kamer. Toen moesten we in de volgende kamer komen, en ik mocht dus niet meer verder gaan, want ik was minder [schoor], dus ik bleef daar staan, en die zuster mocht mee naar binnen toe, en daar werd er een hele grote, eh schrijver over- opengedaan, en er werd nog een laadje uitgehaald en nog een laadje, en toen kwam d’r een kistje tevoorschijn. En ik dacht bij mezelf: ‘nou, die zuster, die krijgt hier toch zeker wel een tientje!’ En wat kreeg de zuster, wat kwam uit het kistje: een kwartje! [klap op hout] Uut! … Een kwartje! … Gos-nog-an-toe nou! En en we kwamen bij een een boer, ja dat was dan wel een een boer, en die had het eh … eh … die boerderij was natuurlijk wel wat groter enzo, maar ja, die zal ook geen liggend geld hebben gehad. En dat vergeet ik van mijn leven nie, en toen zegt die man tegen die zuster: ‘Ja zuster, het geld hebben we nie! We zullen maar geen geld liggen. En je wèt wel, het is ’n slechte crisistied! Maar eh as ge ’t met wil nemen, ge kunt een jong puks hebben! Kom mor met!’ ‘Oah,’ zei de zuster, ‘ik wil wel ’n jong pukske!’ En toen kreeg ze een jong varkentje van … ja zo groot ongeveer hè. En dat nammen ze mee in een zwarte Luusterse tas nammen ze dat mee, heeft ze dat meegenomen naar de Oude Munt in Tegelen, want daar was ze van, hè? Dat vond ik toch zo leuk, dat vergeet ik van z’n leven niet.

Beschrijving

Een rijke boer wil het babytje kopen. De moeder weigert. Later geeft die rijke boer bij de collectie aan de Zusters van de Oude Munt een kwartje, maar ook nog een biggetje

Naam Overig in Tekst

Zusters van de Oude Munt    Zusters van de Oude Munt   

Plaats van Handelen

Sevenum {Limburg)    Sevenum {Limburg)