Hoofdtekst
Het volgende moet vroeger in Knegsel gebeurd zijn. Daar woonde een kind dat somtijds rare capriolen maakte. Het liep zomaar tegen de muur op en langs de zoldering. ‘t Hing als een kat in de gordijnen en liep net zo rustig en gemakkelijk over de lijst van een schilderij als normale mensen op de begane grond. ’t Was dus vrijwel zeker dat het kind op één of andere manier behekst was. Diverse malen waren de ouders van het kind reeds bij meneer pastoor gaan klagen, maar deze hechtte weinig geloof aan dergelijke dingen. Hij was voor die tijd een wijs en modern man.
Op een keer toen het kind weer van die rare streken had waarschuwde men opnieuw de pastoor. Deze besloot toen, uitsluitend voor de vorm, mee te gaan om een kijkje te nemen en de ouders gerust te stellen. Maar indachtig het spreekwoord dat voorzichtigheid de moeder van de porseleinkast is nam hij een kwast en wijwater mee. Even later betrad de pastoor het huis en hij moet wel erg geschrokken zijn toen hij daar een tweejarig kind langs de zoldering van het huis zag lopen. Toen moest-ie het wel geloven en hij trad meteen handelend op. Hij gelastte de vader om onder het kind te gaan staan met uitgespreide armen. De vader voldeed aan dit verzoek en de pastoor sprenkelde het kind nu met wijwater. Nauwelijks was het kind gezegend of het viel naar beneden recht in de armen van de vader. Vanaf dat moment was het kind weer normaal en het is ook in z’n verdere leven normaal gebleven. Dat meneer pastoor vanaf dat moment voortaan wel geloofde in de streken van heksen hoeft wel geen nader betoog. Of de vrouw die het kind had behekst nog gevonden is geworden, vertelt de geschiedenis helaas niet.
Op een keer toen het kind weer van die rare streken had waarschuwde men opnieuw de pastoor. Deze besloot toen, uitsluitend voor de vorm, mee te gaan om een kijkje te nemen en de ouders gerust te stellen. Maar indachtig het spreekwoord dat voorzichtigheid de moeder van de porseleinkast is nam hij een kwast en wijwater mee. Even later betrad de pastoor het huis en hij moet wel erg geschrokken zijn toen hij daar een tweejarig kind langs de zoldering van het huis zag lopen. Toen moest-ie het wel geloven en hij trad meteen handelend op. Hij gelastte de vader om onder het kind te gaan staan met uitgespreide armen. De vader voldeed aan dit verzoek en de pastoor sprenkelde het kind nu met wijwater. Nauwelijks was het kind gezegend of het viel naar beneden recht in de armen van de vader. Vanaf dat moment was het kind weer normaal en het is ook in z’n verdere leven normaal gebleven. Dat meneer pastoor vanaf dat moment voortaan wel geloofde in de streken van heksen hoeft wel geen nader betoog. Of de vrouw die het kind had behekst nog gevonden is geworden, vertelt de geschiedenis helaas niet.
Onderwerp
TM 3101 - Heks maakt kind (mens, dier) ziek   
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een behekst kind doet rare dingen, zoals tegen de muur op lopen en langs de zoldering lopen. De pastoor wil in eerste instantie niet langskomen, omdat hij niet gelooft in hekserij en dergelijke zaken, maar als hij uiteindelijk toch een kijkje gaat nemen, blijkt het kind inderdaad behekst. Hij zegent het kind en het wordt weer normaal en blijft dat zijn verdere leven.
Bron
Radio-uitzending Vonken onder de As (NOS)
Naam Locatie in Tekst
Knegsel   
Plaats van Handelen
Knegsel