Hoofdtekst
Dat het zaak was de kabouters niet tot vijand te maken, ondervond een boer te Son, die "goed daarheen boerde" gelijk men dat pleegt te zeggen van iemand wiens zaken goed gaan. Op een avond bij het naar bed gaan, hoort de man op den trap een gezucht als van iemand, die een zwaren last heeft te torschen gehad en eens even naar hartelust adem schept. De boer opent de deur van den zolder en jawel, daar ligt me tusschen de vijfde en de zesde trede een kabouterje met een korrel graan naast zich. De boer onvoorzichtig genoeg, zei spottend tot het kleine ventje: "Wel jandorie, wat lig je daar toch te kreunen met een korrel graan. 't Is me wel de moeite waard!" "Zoo, hm", zei het kaboutermannetje, "mag ik alles van den zolder dragen wat ik er hen opgebracht?" "Gerust", zei de boer, en keek 't menneke, dat zoo heel klein, was, met minachting aan. Die onvoorzichtigheid en die spotlust kwamen den boer duur te staan. Zijn zaken gingen achteruit. Welvaart maakte plaats voor armoede, die in aantocht was.
Onderwerp
SINSAG 0064 - Hilfsbereite Zwerge verspottet: das Glück wendet sich   
Beschrijving
Een boer die al veel geld heeft verdient, hoort op een avond iemand zuchten op de trap. Als hij gaat kijken ziet hij dat een kaboutertje met veel moeite één graankorrel de trap opsleept naar de zolder toe. De boer bespot het kabouterje en lacht erom dat het mannetje van het dragen van slechts een korrel zo moe wordt. De kabouter is beledigd en vraagt de boer of hij alles wat hij tot nu toe naar de zolder heeft gedragen, er weer af kan dragen. De boer denkt dat dat toch niets uitmaakt en stemt toe. Vanaf die dag is het met de zaken van de boer bitter slecht gegaan.
Bron
Volkskundevragenlijst 2 (1937), formulier K.168, archief Meertens Instituut
Commentaar
1937
Hilfsbereite Zwerge bespottet; Das Glück wendet sich.
Naam Locatie in Tekst
Son   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:22