Hoofdtekst
’t Was e kir een en j’had de woaterduvel doen kommen mo je kreeg hem nie mi (niet meer) weg. En den duvel ha’gezeid datt’ en hem gieng doad sloan. Mo de paster hoe’t hem ton ‘holpen (geholpen).
Beschrijving
Een man die de waterduivel had doen komen, kreeg de duivel niet meer weg. Gelukkig werd de man door de pastoor geholpen, want anders zou de waterduivel hem hebben doodgeslagen.
Bron
L. Cumps, Leuven, 1965
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (z van brugge)
9
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zerkegem