Hoofdtekst
In Goeslaor zat t’er ooch een heks, Van Wetswinkel heette ze. Bê Van Wetswinkel thuis hadden ze herberg. Ich kwamp dao is aon, ich was toen zoê tegen de twintig; buiten waren ze aon ’t kegelen. De moeder kwamp nao buiten en ze rijerde (rillen) euver heur hiêl lijf, van de jicht zekers. Ich zee tegen de dochter: "Da’s toch onnuêzel as ge da ziet." "Och", zee die, "da moet ze mar weten, da doet ze heur eigen aon."
Beschrijving
In Goeselaar woonde een heks die een herberg had. Een jongen die de herberg binnenkwam, zag hoe de moeder beefde over haar hele lichaam. Toen de jongen tot de dochter van de heks sprak: "Dat is toch onnozel als je dat ziet", antwoordde de dochter: "Och, dat doet ze zichzelf aan!"
Bron
C. Ooms, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (beringen en omstreken)
268
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Lummen   
Plaats van Handelen
Goeselaar (Lummen)