Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

MDREE0460_0461_2911 - Duivel beetgenomen door de Smid

Een sage (mondeling), 1967

Hoofdtekst

Van den duvel weet ich een schoon! O.L.H. en Sint-Pieter waren opgang, en het pjaad (= paard) kreeg een ijzer af en ze gingen noa de smeed. Wei het pjaad wee een ijzer onder had, vroeg Sint-Pieter aan de smeed wa-ter moes(t) hebben. 'Niks' zei de smeed. Toen zegt O.L.H.: 'zje mag drie zaken vragen.' De smeed bedach(t) hem. 'Die stoel, en zolang as ich niks zeg, en doa zit iemand in, dat er niemee t' ruit op kan. Dat beuske (= beursje) voor geld in te steken, en as het t' rin steek(t), dat zje dan niemee t' ruit kan. Dan nog die boom, en as zje t' rin kruip(t), dat zje dan niemee t' ruit kunt.'De smeed, dat was enen areme smeed, hij had geen ijzer en gee(n) geld... en toen kwam ter duvel, en die vroeg: 'as zje mich oer (= uw) ziel verkoop(t), dan zult zje ijzer en werek hebben zoveel as zje wilt.' En de smeed, die nam dat zo aan, en subiet had er zoveel werek, dat was te bont! Hij had zijn ziel dan verkoch(t) voor bij tien, twintig of misschiens vijftig jaar...Wei de tijd om was kwam de duvel zijn ziel halen. - 'Ja, mè, zei de smeed, zet oech (= U) e beetsje in die stoel, ich moet mich nog wat scheren gaan en mich aandoen, ich kan toch zo nie metgaan wei ich hier loop.' En de duvel zet hem; mè dat bleef duren... op 't leste kwam de smeed dan toch. - 'Kom dan maar!' zei de duvel, mè hij kon uit zijne stoel nie op, en de smeed liet hem zitten. Hij had al e jaar gezeten, toen was de duvel müj (= moe).- 'Mè, helep mich dan toch weg!' zeiter tegen de smeed.- 'Ja, zei de smeed, as zje mich nog tien jaar bijgeef(t).'- 'Da's goed, zei de duvel, laat mich maar uit!'Noa tien jaar kwam ter duvel terug: 'Ah! zei de smeed, kruip doa maar dien appeleboom in en eet maar iet, terwijl ben ich gereed.' Dat duurde enen helen toer... Toen zei ter duvel weer: ''t Is tijd dat we gaan!' en hij wilden afkomen, mè hij kon niemee af, en hij was aan 't posteren (= opspelen)... 'Ja, zje moet mich nog tien jaar bijgeven of ich laat oech (= U) zitten!' zei de smeed. Dat was goed zo, mè noa tien jaar kwam de duvel weer kieke. -'Tcha, zei de smeed, ich heb horen zeggen as zje oech (= U) zo klein kon maken dat zje in dat beuske (= beursje) kon kruipen.' - 'Ha! dat is zeker!' zei de duvel, en hij deed het, en hij kroop in de boos (= beurs) en he kon niemee uit. En hij had doa al zolang in gezeten dat er op het leste zei: 'Ich zal oech nog tien jaar bijgeven.' en de smeed pakte het beuske en he zat het op den anvil (= aambeeld) en sloeg met enen dikken hamel t' rop, en sloeg hem zo plat als een luis.

Beschrijving

Onze Lieve Heer was samen met Sint-Pieter op pad. Omdat het paard onderweg een hoefijzer was kwijtgeraakt, gingen ze met het dier naar de smid. Als beloning voor zijn hulp, mocht de smid drie wensen doen. De smid wenste dat al wie op zijn stoel ging zitten, niet meer kon rechtstaan vooraleer hij een teken gaf. Hij wilde ook een beursje waar het geld niet uit kon, en een boom waar niemand meer kon uit klimmen. De smid kreeg alles waar hij om had gevraagd.
Omdat de smid echter een arme man was, verkocht hij een tijdje later zijn ziel aan de duivel in ruil voor geld. Toen zijn tijd was gekomen, kreeg de smid bezoek van de duivel die hem kwam halen. "Wacht even, want ik moet mij nog scheren", zei de smid. Ondertussen ging de duivel op de stoel zitten wachten. Een tijdje later kwam de smid weer tevoorschijn en zei: "Kom nu maar mee!" De duivel kon echter niet meer uit de stoel, en de smid deed niets om hem te helpen. Toen de duivel al een jaar op de stoel zat, smeekte hij: "Help mij dan toch!" Daarop zei de smid: "Ja, op voorwaarde dat je mij nog tien jaar extra geeft". Nadat de duivel had ingestemd, kon hij weer rechtstaan.
Tien jaar later kwam de duivel de smid halen. De man sprak: "Kruip maar even in de appelboom en eet iets, want ik moet mij nog klaarmaken". Toen de smid klaar was, kon de duivel niet meer uit de boom. Daarom kreeg de smid nog tien jaar extra tijd. Tien jaar later kwam de duivel de smid voor de derde keer opzoeken. De man sprak tot de duivel: "Ik heb gehoord dat jij je zo klein kan maken dat je in dat beursje kan kruipen." De duivel wilde bewijzen dat hij dat daadwerkelijk kon en kroop in het beursje. Omdat de duivel er niet meer uit kon, zei hij al spontaan: "Ik zal je nog tien jaar extra geven". Maar de smid legde het beursje op de tafel en sloeg het met een hamer plat.

Bron

M. Dreezen, Leuven, 1967

Commentaar

5. Sagen - Legenden
limburgs (tongeren en omstreken)
1160
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Heilige Pieter    Heilige Pieter   

Pieter (Heilige)    Pieter (Heilige)   

Onze Lieve Heer    Onze Lieve Heer   

Sint-Pieter    Sint-Pieter   

Naam Locatie in Tekst

Vreren    Vreren