Hoofdtekst
Beschrijving
Twee oude vrijgezellen vonden het leuk om de mensen een poets te bakken. Op een boerderij gingen ze bijvoorbeeld de geit losmaken en het dier aan de klink van de poort of van de deur binden. De mannen hadden ook elk een lantaarn, die ze beurtelings lieten branden en dan weer afdekten. De mensen dachten dat het de vuurman was, die zich verplaatste. Toen men op een boerderij tevergeefs naar de lantaarn zocht omdat de koe moest kalven, wist men de twee grapjassen te ontmaskeren.
Bron
D. Lecock, Leuven, 1974
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
brabants (haspengouw)
14A
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Laar   
