MKEST0157_0157_30308

De paster te Ronse preekte ne keer en zei van de toverije dat, dat al niet bestond. De koster stak nep aasnagel onder de zulle van de kerke. Als de messe gedaan was, bleven er ne gehelen hoop vrouwen zitten. “Allez”, zei ’t ie de koster, “de mis is gedaan, gaat allemaal maar voort.” Ze kosten niet voort, de koster zei dat tegen de paster. De volgende keer zei hij in de preekstoel dat als ze ulder manieren niet hielden, hij ze met naam en toenaam ging nomeren.

SINSAG 0644 - Hexe erkannt. Sie kann die Kirche nicht verlassen, weil ein Nagel der Osterkerze unter die Schwelle gesteckt ist (rächt sich).    SINSAG 0644 - Hexe erkannt. Sie kann die Kirche nicht verlassen, weil ein Nagel der Osterkerze unter die Schwelle gesteckt ist (rächt sich).   

In Ronse zei de pastoor op de preekstoel dat toverij niet bestond. De koster stak een paasnagel onder de drempel van de kerk. Na afloop van de mis bleven heel wat vrouwen in de kerk zitten. De volgende week zei de pastoor op de preekstoel dat hij de heksen bij naam zou noemen als ze zich niet gedroegen.

M.-P. Kesteleyn, Leuven, 1964

2.1 Heksen

oost-vlaams (vlaamse ardennen)

346

fabulaat

Ronse    Ronse   

Ronse    Ronse