Hoofdtekst
Hier in ’t omliggende is da gebeurd. Da was ’n eierkoopman. Al z’n eiers woaren deur mekoar gesmeten. Iedere k. ’t Was do nooitent etwa te zien. Z’en da doen oflezen van de pasters, d’eiers vlogen tegen de meur. Da’s ton nooit mo gebeurd.
Beschrijving
In Gistel woonde een eierkoopman wiens eieren altijd door elkaar werden gegooid, hoewel er niets te zien was. Nadat de koopman zich had laten overlezen door een pastoor, gebeurden er geen vreemde dingen meer.
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (nw van houtland)
30.5
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Gistel   
Plaats van Handelen
Gistel