Hoofdtekst
Ene man, die in Tricht (Maastricht) werken gong zag elken avond dezelfde mens, daar aan Tricht bekans. En eerst lette er niet op hem, maar 't had al zo lang geduurd en toen sprak er hem aan. En de mens zei dat er blij woor en dat er nog ene beeweg naar Scherpenheuvel moest doen: Wilste dat niet voor mech doen, de onkosten zal dech die familie in Veldwezelt wel betalen.' - 'Ja', zei de man en er vertelde het toch tegen de pastoor. En die zei dat er ene witte maalplag op zijn schouder moest leggen. En de man gong naar Scherpenheuvel en in de kerk, de konsekratie was al om, stond in ene keer 'n hand in die zakdoek gebrand. Er had er niks van gevoeld. Dat waer een teken dat er verlost was.
Onderwerp
SINSAG 0402 - Die versäumte Wallfahrt (Messe, Gabe)   
Beschrijving
Een man zag elke avond op de weg naar Maastricht een spook verschijnen. Het was de geest van een dode die geen rust kon vinden omdat hij had beloofd om op bedevaart te gaan naar Scherpenheuvel. De man besloot om zelf voor het spook op bedevaart te gaan. Van de pastoor had de man de raad gekregen om een witte zakdoek over zijn schouder te leggen. Toen de mis in Scherpenheuvel was afgelopen, zag de man dat er een hand in de zakdoek was gebrand.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (bilzen)
178
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Hees   
Plaats van Handelen
Maastricht   
Scherpenheuvel